58
4) Selecteer met draaiknop/toets
(11) het onderdeel BEST. OPSLAAN
(fig. 87).
5) Bevestig de keuze door de draai-
knop/toets (11) in te drukken. Als
naam wordt de volledige naam van de in-
gevoerde bestemming voorgesteld.
Druk op de toets ESC (9) om terug te
keren naar het vorige menu.
WEERGAVE TRAJECT
Op het display kan een weergave gegeven
worden van het traject (WEERGAVE TRAJ.)
dat berekend is door het navigatiesysteem.
Ga als volgt te werk om toegang te krijgen
tot deze informatie:
1) Druk op de toets NAV (12); op het dis-
play verschijnt het hoofdmenu van het navi-
gatiesysteem.
2) Selecteer met de draaiknop/toets
(11) het onderdeel WEERGAVE TRAJ. (fig.
84).
3) Bevestig de keuze door de
draaiknop/toets (11) in te drukken; op het
display verschijnt de lijst met beschikbare tra-
jecten (fig. 85).
Druk op de toets ESC (9) om terug te ke-
ren naar het vorige menu.
BESTEMMINGEN OPSLAAN
Het is mogelijk de huidige of voorgaan-
de bestemming met een korte naam op
te slaan.
Ga als volgt te werk om de gewenste
bestemming in het geheugen op te slaan:
1) Druk op de toets NAV (12); op het
display verschijnt het hoofdmenu van het
navigatiesysteem (fig. 84).
2) Selecteer met de draaiknop/toets
(11) het onderdeel GEHEUGEN BEST.
(fig. 86).
3) Bevestig de keuze door de draai-
knop/toets (11) in te drukken; op het
display verschijnt het menu GEHEUGEN
BEST. (fig. 87).
fig. 84
A0B3057i
fig. 85
A0B3058i
fig. 86
A0B3050i