66
Ga voor het bepalen van de huidige po-
sitie als volgt te werk:
1) Druk op de toets NAV (12); op het
display verschijnt het hoofdmenu van het
navigatiesysteem.
2) Selecteer met de draaiknop/toets
(11) het onderdeel POSITIE (fig. 98).
3) Bevestig de keuze door
draaiknop/toets (11) in te drukken.
Druk op de toets ESC (9) om de functie
uit te schakelen en terug te keren naar
het hoofdmenu van het navigatiesys-
teem.
Positie opslaan
Ga om de huidige positie van de auto
op te slaan als volgt te werk:
1) Druk op de toets MEN (10); op het
display verschijnt het instellingenmenu
van het navigatiesysteem.
2) Selecteer met de draaiknop/toets
(11) het onderdeel ACT. POS. INV. (fig.
99).
3) Bevestig de keuze door de draai-
knop/toets (11) in te drukken en selec-
teer met dezelfde draaiknop/toets het on-
derdeel NAAM om deze op te slaan; op het
display verschijnt het invoermenu
(fig. 100) voor het invoeren van de
naam van deze positie.
4) Plaats de cursor met de
draaiknop/toets (11) op het gewenste
karakter.
5) Bevestig de korte naam door de
draaiknop/toets (11) in te drukken. Het
geselecteerde karakter wordt in het in-
voerveld weergegeven.
6) Bevestig het karakter door de draai-
knop/toets (11) langer dan 2 seconden
in te drukken en voer de overige karak-
ters op dezelfde wijze in.
7) Bevestig de naam door de draai-
knop/toets (11) langer dan 2 seconden
in te drukken of selecteer en bevestig het
symbool j.
BELANGRIJK Deze procedure is al-
leen mogelijk als de navigatie-CD in het
apparaat zit.
De zojuist ingevoerde naam wordt auto-
matisch in het geheugen opgeslagen.
Ga als volgt te werk als u geen korte
naam aan de huidige positie wilt geven:
1) Selecteer met de draaiknop/toets
(11) niet het onderdeel NAAM (zoals
hiervoor is beschreven) maar selecteer
het onderdeel DOORGAAN.
2) Bevestig de keuze door de draai-
knop/toets (11) in te drukken; op het
display verschijnt het hoofdmenu en er
wordt geen enkele naam opgeslagen.
fig. 99
A0B3067i
fig. 100
A0B3070i