HOOFDSTUK IV
Algemene bepalingen betreffende onregelmatigheden 29
ARTIKEL 9
Gang van zaken na een onregelmatigheid 29
A. De aandacht vestigen op een onregelmatigheid 29
B. Nadat de aandacht is gevestigd op een
onregelmatigheid 29
C. Voortijdig herstel van een onregelmatigheid 30
ARTIKEL 10
Het opleggen van een straf 30
A. Het recht om een straf op te leggen 30
B. Het ongedaan maken van het ondergaan of
afzien van straf 30
C. Keuze na een onregelmatigheid 30
ARTIKEL 11
Het verlies van het recht op bestraffing 31
A. Het ondernemen van actie door de
niet-overtredende partij 31
B. Het door een toeschouwer attenderen op
een onregelmatigheid 31
C. Straf na het verloren gaan van het recht op
bestraffing 31
ARTIKEL 12
Bevoegdheid van de wedstrijdleider naar eigen
goeddunken te handelen 31
A. Het recht om een arbitrale score toe te kennen 31
B. Geen arbitrale score voor een onevenredig
zware straf 32
C. Het toekennen van een arbitrale score 32
ARTIKEL 13
Onjuist aantal kaarten 33
A. Geen der spelers heeft de kaart van een
ander gezien 33
B. Een speler heeft de kaart(en) van een andere
speler gezien 34
C. Na afloop van het spel 34
ARTIKEL 14
Ontbrekende kaart 35
A. Incomplete hand - geconstateerd voordat
het spelen begint 35
B. Incomplete hand - geconstateerd na de aanvang
van het spelen 35
5