NL 24
kookaanwijzingen
standen en vermogens
even wennen...
In het begin zult u verrast zijn door de snelheid van het
toestel. Vooral het aan de kook brengen op een hogere stand
gaat zeer snel. Om overkoken of droogkoken te voorkomen,
kunt u er het beste altijd bij blijven staan.
Bij inductiekoken wordt alleen dat deel van de zone benut
waar de pan op staat. Gebruikt u een kleine pan op een grote
zone, dan zal het vermogen zich aanpassen aan de diameter
van de pan. Het beste resultaat bereikt u door een pan te
nemen die dezelfde afmetingen heeft als de kookzone. Het
vermogen zal dus kleiner zijn en het zal langer duren voordat
het gerecht in de pan aan de kook is. Als een te kleine pan
gebruikt wordt zal de kookzone niet in schakelen. De
minimum diameter is 12 cm.
stand 12, of
Schakel de kookplaat alleen in op stand 12, of als u water
aan de kook wilt brengen. Deze stand is te hoog voor het
verhitten van boter of melk en veel te hoog voor ontdooien.
– Raadpleeg om de techniek te leren kennen de kooktabellen
op de pagina’s 25 en 26.
stand 11
Stand 11 is de grillstand. Deze stand is geschikt om vlees te
bakken. Op stand 12 gaat dit veel te hard; de
melkbestanddelen in de margarine verbranden voordat de
margarine gesmolten is.
wokstand
Stand 11 is tevens de 'wok' voorkeurstand. Het
indicatielampje 'wok' licht op. Dit geldt alleen voor de
kookzone rechtsvoor. Er mogen echter ook andere standen of
kookzones worden gebruikt. Heeft u bijvoorbeeld een
gietijzeren wokpan met een kleine bodem, en laat de ruimte
het toe, dan kan ook de kookzone linksachter worden
gebruikt.