34
35
MILIEUASPECTEN
verpakking en toestel afvoeren INSTALLATIEVOORSCHRIFT algemeen
Bij de vervaardiging van dit toestel is gebruik gemaakt van duurzame
materialen.
De verpakking van het toestel is recyclebaar. Gebruikt kunnen zijn:
• karton;
• papier;
• polyethyleenfolie (PE);
• CFK-vrij polystyreen (PS-hardschuim);
• polypropyleenband (PP).
Deze materialen op verantwoorde wijze en conform de
overheidsbepalingen afvoeren.
Op het typeplaatje is het symbool van een doorgekruiste vuilnisbak
aangebracht:
Dit betekent dat het apparaat aan het einde van zijn levensduur niet bij
het gewone huisvuil mag worden gevoegd, maar naar een speciaal
centrum voor gescheiden afvalinzameling van de gemeente moet worden
gebracht of naar een verkooppunt dat deze service verschaft.
Het apart verwerken van een huishoudelijk apparaat zoals deze kookplaat
voorkomt mogelijk negatieve gevolgen voor het milieu en de gezondheid
die door een ongeschikte verwerking ontstaat en zorgt ervoor dat de
materialen waaruit het apparaat bestaat teruggewonnen kunnen worden
om een aanmerkelijke besparing van energie en grondstoffen te
verkrijgen.
Om op de verplichting tot gescheiden verwerking van elektrische
huishoudelijke apparatuur te wijzen, is op het product het symbool van
een doorgekruiste vuilnisbak aangebracht.
Dit toestel voldoet aan alle relevante CE richtlijnen.
Op het gegevensplaatje op de onderzijde van het toestel wordt de totale
aansluitwaarde, de vereiste spanningen en de frequentie aangegeven.
Tevens staan voor wat betreft het gasgedeelte de gassoort, aansluitdruk en
het land waarvoor het toestel is ingericht vermeld op het gegevensplaatje.
Veiligheid
Alleen een erkend installateur mag dit toestel aansluiten. De aansluiting
moet voldoen aan de nationale en lokale voorschriften.
Het toestel moet altijd geaard zijn.
Schade ontstaan door verkeerd aansluiten, verkeerd inbouwen of verkeerd
gebruik valt niet onder de garantie.
De wanden en het werkblad rondom het toestel moeten van
hittebestendig (> 85 °C) materiaal zijn. Ook al wordt het toestel zelf niet
warm, door de warmte van bijvoorbeeld een hete braadpan zou de wand
kunnen verkleuren of beschadigen.
Voor een goede werking van het toestel is het volgende van
belang:
– Dat er voldoende ventilatie aanwezig is voor het koelen van de
kookplaat; een en ander volgens de in dit hoofdstuk gespecificeerde
mogelijkheden.
– De ventilatielucht die de kookplaat aanzuigt mag niet warmer zijn
dan 35 °C. Houd hier rekening mee als u een oven onder de
kookplaat inbouwt.
Let er op dat de aansluitkabels vrij hangen. Is er een lade onder de
kookplaat, zorg er dan voor dat de lade niet boven de rand gevuld is om
de beluchting niet te belemmeren.