36
37
INSTALLATIEVOORSCHRIFT gasaansluiting INSTALLATIEVOORSCHRIFT elektrische aansluiting
let op
De gassoort en het land waarvoor het toestel is ingericht staan vermeld
op het gegevensplaatje.
Dit is een klasse 3 toestel.
Gasaansluiting
De gasaansluiting moet voldoen aan de nationale en lokale voorschriften.
Wij adviseren de kookplaat aan te sluiten met een vaste leiding.
Aansluiting door middel van een speciaal daarvoor bestemde
veiligheidsslang is ook toegestaan.
Achter een oven moet een volledig metalen slang worden gebruikt.
let op
Een veiligheidsslang mag niet worden geknikt en niet in aanraking
komen met bewegende delen van het keukenmeubel.
In alle gevallen moet er voor het toestel een aansluitkraan geplaatst
worden op een makkelijk bereikbare plaats.
Voordat u het toestel in gebruik neemt moet u de aansluitingen met
zeepsop controleren op gasdichtheid.
Algemeen
Gebruik voor het aansluiten een goedgekeurde kabel, afhankelijk van de
voorschriften. Op de kabel moet één van de volgende aanduidingen
staan: H05V2V2-F, H05RR-F of H05RN-F.
Aan de onderzijde van het toestel bevindt zich een etiket met daarop de
aansluitschema's. De aansluitklemmen zijn bereikbaar nadat u het
aansluitkastje aan de onderzijde hebt geopend. Open de deksel van het
aansluitkastje met behulp van een schroevendraaier.
Wandcontactdoos en stekker moeten te allen tijde bereikbaar blijven.
Wilt u een vaste aansluiting maken, zorg er dan voor dat er een
omnipolaire schakelaar met een contactafstand van minimaal 3 mm in de
toevoerleiding wordt aangebracht. De schakelaar moet te allen tijde
bereikbaar zijn.