remedie
Vervang de lamp (zie pag. 8,
“Lampen vervangen”.
Let op:
Gebruik uitsluitend dezelfde
lampen met aangegeven
wattage.
Verander het afvoerkanaal (zie
installatievoorschrift).
Bel de Servicedienst.
Bel de Servicedienst.
Bel de Servicedienst.
oorzaak
Lamp defect.
Afvoer te lang of te veel
bochten in het kanaal.
Motor defect.
Motor of bediening defect.
Aansluitsnoer defect.
storing
Verlichting brandt niet.
Afzuigkap maakt lawaai.
Geen afzuiging.
storingen
Wanneer het toestel niet goed werkt, betekent dit niet altijd dat het defect is. Probeer het euvel
eerst zelf als volgt te verhelpen. Wanneer onderstaande adviezen niet helpen, bel dan de
servicedienst.
Wanneer het aansluitsnoer beschadigd is moet het vervangen worden door de serviceafdeling van
de fabrikant of gelijkwaardig gekwalificeerde personen om gevaarlijke situaties te voorkomen.
Let op: Maak het toestel spanningsloos voordat met reparatie wordt gestart. Bij voorkeur door de
stekker uit het stopcontact te halen of de werkschakelaar op nul te zetten.
NL 6 NL 7
toetssignaal uitschakelen
Als u een toets bedient klinkt er een toetssignaal als
bevestiging. Druk ca. 3 seconden tegelijkertijd op de toetsen
en om het toetssignaal in te schakelen.
Herhaal deze handeling als u het toetssignaal weer in wilt
schakelen.