NL 10 NL 11
installatie (vervolg)installatie
opmerkingen vooraf
De installatie van een afzuigkap moet geschieden in
overeenstemming met de nationaal en lokaal geldende
voorschriften. De afstand tussen de onderzijde van de
afzuigkap en de kookplaat dient minimaal 65 cm te zijn.
Dit toestel dient door een erkend installateur te worden
aangesloten. Schade ontstaan door verkeerd aansluiten of
verkeerd inbouwen valt niet onder de garantie.
attentie:
Door een onjuiste aansluiting van een afzuigkap ontstaat er
extra luchtweerstand waardoor de afzuigcapaciteit afneemt
en de geluidsproductie van de afzuigkap zal toenemen.
- Controleer bestaande kanalen op diameter,
vernauwingen en of deze niet in verbinding staan met
andere kanalen of ruimtes.
- Vermijd vernauwingen en haakse bochten, maar maak
gebruik van afgeronde bochten voor een goede
luchtgeleiding.
- Gebruik gladde kanalen met een inwendige diameter
gelijk aan de uitwendige diameter van de uitblaastuit van
de ventilatorunit.
- Het gebruik van flexibele afvoerslang dient tot een
minimum te worden beperkt en uitsluitend toegepast te
worden voor het maken van kleine overbruggingen.
let op:
Wanneer een afzuigkap en een warmtebron (bijv. gas-, olie-
of kolengestookte fornuizen) die lucht uit dezelfde ruimte
verbruiken tegelijk worden ingezet, bestaat de mogelijkheid
dat de afzuigkap de noodzakelijke verbrandingslucht uit de
ruimte afzuigt waardoor een onderdruk in de ruimte kan
ontstaan. De maximaal toegestane onderdruk bedraagt 4 Pa,
opdat er geen verbrandingsgassen van de warmtebron
worden teruggevoerd naar de ruimte zelf. Daarom is een
luchttoevoer noodzakelijk, waarmee de ruimte constant van
verse lucht wordt voorzien.
elektrische aansluiting
Na montage van de afzuigkap dient de stekker bereikbaar te
zijn of dient de afzuigkap door middel van een dubbelpolige
schakelaar met contactopeningen van 3 mm spanningsloos
te maken te zijn.
Let er bij het aansluiten van de elektrische verbindingen op
dat de contactdoos geaard is en dat het voltage en
frequentie overeenkomt met de op het gegevensplaatje
aangegeven waarden.
Wanneer het aansluitsnoer beschadigd is moet het
vervangen worden door de serviceafdeling van de fabrikant
of gelijkwaardig gekwalificeerde personen om gevaarlijke
situaties te voorkomen.