GEBRUIKSAANWIJZING
tijdens het gebruik instructies ontvangen van of begeleid
worden door een persoon die verantwoordelijk is voor
hun veiligheid.
• Om het risico op verstikking en opsluiting in de koelkast
te vermijden, mag het kinderen niet worden toegestaan in
het apparaat te spelen of zich erin te verstoppen.
• Slik de (niet-giftige) vloeistof uit de vrieselementen niet in
(bij enkele modellen).
• Eet geen ijsblokjes of waterijsjes die net uit de vriezer
komen, aangezien deze zo koud zijn dat ze vrieswonden
kunnen veroorzaken.
Gebruik
• Trek de stekker uit het stopcontact of sluit de
stroomtoevoer af voordat u met reinigings- of
onderhoudswerkzaamheden begint.
• Bewaar geen dranken in glas in het vriesvak; deze kunnen
barsten.
• Open de deur van het apparaat zo weinig mogelijk.
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld,
indien bovenstaande adviezen en
voorzorgsmaatregelen niet in acht zijn genomen.
ONTDOOIEN VAN HET APPARAAT
Wij raden u aan de vriezer te ontdooien wanneer het ijs op
de wanden 5-6 mm dik is geworden.
• Haal de stekker van het apparaat uit het stopcontact.
• Haal de levensmiddelen uit het
apparaat, wikkel ze strak tegen
elkaar in kranten en berg ze op
op een koele plaats of in een
isolerende tas.
• Laat de deur van het apparaat
openstaan.
• Verwijder de binnendop van het
afvoerkanaal (indien aanwezig).
• Verwijder de buitendop van het
afvoerkanaal (indien aanwezig) en
plaats hem zoals aangegeven op de afbeelding.
• Zet een bak onder het afvoerkanaal om het restwater op
te vangen. Gebruik, indien aanwezig, de afscheiding.
• U kunt het ontdooien versnellen door met een spatel het
ijs op de wanden van het apparaat los te maken.
• Verwijder het ijs van de bodem van het apparaat.
• Gebruik, om onherstelbare schade aan het vriesvak
te voorkomen, geen puntige of scherpe metalen
voorwerpen om het ijs te verwijderen.
• Gebruik geen schuurmiddelen en verwarm het
vriesvak niet kunstmatig.
• Droog de binnenkant van het apparaat zorgvuldig.
• Zet na afloop van het ontdooien de dop weer op zijn
plaats.
REINIGING EN ONDERHOUD
• Verwijder het ijs dat zich op de bovenste randen gevormd
heeft (zie Storingen opsporen).
• Reinig na het ontdooien de binnenkant met een vochtige
spons met lauw water en/of een neutraal
schoonmaakmiddel.
• Reinig het ventilatierooster aan de zijkant (indien aanwezig).
• Verwijder het stof van de condensator aan de achterkant van
het apparaat.
Voordat u begint met het onderhoud van uw apparaat,
dient u de stekker uit het stopcontact te halen. Gebruik
geen schuurmiddelen of schuursponsjes noch
vlekkenmiddelen (bijv. aceton, trichloorethyleen) om het
apparaat te reinigen.
Om het apparaat optimaal te laten functioneren, wordt
geadviseerd om de reinigings- en onderhoudshandelingen
minstens eenmaal per jaar uit te voeren.
VERVANGEN VAN HET LAMPJE VAN DE DEUREN
• Haal de stekker uit het stopcontact.
• Verwijder het melkglazen kapje aan de hand van de aanwijzingen van de afbeelding en in de aangegeven
volgorde.
• Draai het lampje los en vervang het door een nieuw lampje met dezelfde spanning en hetzelfde vermogen
•
Breng het melkglazen kapje weer aan en steek de stekker weer in het stopcontact.
STORINGEN OPSPOREN
1. Het rode controlelampje knippert.
• Controleer of de deur gesloten is of dat deze niet lange tijd
opengestaan heeft.
• Controleer of er niet kort geleden verse levensmiddelen in
het apparaat geplaatst zijn.
• Controleer of de verse levensmiddelen op de juiste manier
geplaatst zijn (zie het hoofdstuk “Het invriezen van
levensmiddelen”).
• Controleer of het apparaat niet in de buurt van een
warmtebron staat.
• Controleer of het ventilatierooster en de condensator
schoon zijn.
2. Het geluidsalarm klinkt.
• Zie het hoofdstuk “Richtlijnen voor de functionering”,
paragraaf “Alarmen”.
3. Het display is uit, het binnenlampje gaat niet aan en
de compressor werkt niet (apparaat is warm).
• Controleer of er een black-out is.
• Controleer of de stekker goed in het stopcontact is
gestoken.
• Controleer, nadat u de stekker uit het stopcontact heeft
gehaald, of de elektrische kabel intact is.
4. Het display is uit, het binnenlampje gaat aan en de
compressor werkt onafgebroken.
• Neem contact op met de Technische dienst.