17
VEILIG GEBRUIK VAN UW MAGNETRONOVEN
Algemeen gebruik
Probeer nooit de veiligheidsgrendels te bederven of stampen.
Plaats geen voorwerpen tussen de voorkantomlijsting en de deur van de magnetron en laat geen
overschot zich op de dichtingoppervlakken te accumuleren. Maak met een zacht wasmiddel schoon, spoel
af en laat drogen. Gebruik nooit schuurpoeders of –sponsjes.
De ovendeur moet nooit aan spanning worden onderworpen zoals een kind dat op een geopende deur
hangt.
Dit kan de oven naar voren doen vallen en tot een letsel leiden en de oven beschadigen.
Neem de oven niet in gebruik als de deurdichting of dichtingoppervlakken zijn beschadigd, of als de deur is
gebogen of de scharnieren zijn los of gebroken.
Bedien de oven niet als die leeg is. Dit zal de oven beschadigen.
Probeer geen kleding, kranten of andere materialen in de oven te drogen. Ze kunnen vlam vatten.
Gebruik geen kringlooppapierproducten want ze kunnen onzuiverheden bevatten die vonken of vuur
kunnen veroorzaken.
Stoot of sla niet op het bedieningspaneel met harde voorwerpen. Dit kan de oven beschadigen.
Voedsel
Gebruik uw magnetron nooit voor conservering. De oven is niet geschikt voor correcte conservering.
Onjuist geconserveerde levensmiddelen kunnen bederven en gevaarlijk zijn om te nuttigen.
Gebruik altijd de minimale kooktijd volgens het recept. Het is beter als levensmiddelen halfgaar worden
dan dat ze te lang worden gekookt.
Ongare levensmiddelen kunnen weer in de oven worden geplaatst tot ze gaar zijn. Als voedsel te lang
gekookt is, kunt u er niets aan doen.
Wees voorzichtig bij het verwarmen van kleine hoeveelheden voedsel of levensmiddelen met laag
vochtgehalte. Ze kunnen snel uitdrogen, verbranden of vlam vatten.
Verwarm geen eieren in de schil. Er kan druk binnen opbouwen en eieren kunnen exploderen.
Aardappelen, appels, dooiers en worstjes zijn voorbeelden van levensmiddelen met onporeuze vellen.
Ze moeten vóór het koken worden geprikt om uitbarsting te voorkomen.
Probeer nooit in uw magnetronoven te frituren.
Roer altijd vloeistoffen vóór ze te verhitten. Verhitte vloeistoffen kunnen uitbarsten als ze niet met lucht
worden gemengd.
Laat de oven nooit onbeheerd bij het poffen van popcorn.
Pof geen popcorn in een papieren zak tenzij die speciaal door de producent voor het gebruik in
magnetrons is bestemd. De korrels kunnen oververhit raken en een bruine papieren zak aansteken.
Plaats verpakte popcornzakjes voor magnetrons nooit direct op het ovenblad. Zet het zakje op een glazen
of keramisch bord dat voor magnetrons geschikt is om oververhitting en breuken in het ovenblad te
voorkomen.
Overschrijd nooit de door de producent aanbevolen kooktijd voor magnetronpopcorn.
Als u langer kookt, worden er geen meer korrels gepoft, maar er ontstaat een risico van verschroeiing,
verbranding of brand. Vergeet niet dat het popcornzakje en blad te heet om te houden kunnen zijn. Haal
het voedsel voorzichtig uit de oven en gebruik pannenlappen.
BOOGONTLADING
Als u een elektrische boog ziet, druk op de knop STOP/WISSEN en los het probleem op.
Boogontlading in de magnetron is de term voor vonken in de oven.
Boogontlading wordt veroorzaakt door:
• Metaal of folie dat/die een ovenwand aanraakt.
• Folie die niet op voedsel in gekneed (naar boven gerichte kanten fungeren als antennes).
• Metaal, zoals sluitclips, vleesspelden of vergulde borden in de magnetron.
• Handdoeken van kringlooppapier die kleine metalen deeltjes bevatten in de magnetron.