Toetsen programmeren160
Eigenschappen en MenuCards
Meerdere functies en/of oproepnummers op een toets
programmeren
g Druk lang op de programmeerbare toets, kies
dan …
P O
Stapel
of
Ketting
en bevestig met de OK-toets.
Z O
Tekst:
u kunt een opschrift voor de toets invoe-
ren. Als u geen tekst invoert, krijgt de toets de
benaming “Stapel” of “Ketting”. Bevestig de
tekst met OK.
P O
Toevoegen
Selecteer uit de nu weergegeven
MenuCard …
z
Functies
voor de programmering van een
functietoets (zie daarvoor Functies
programmeren vanaf pagina 156),
z
Bestemm.
voor de programmering van een
bestemmingstoets (zie daarvoor
Bestemmingen programmeren vanaf
pagina 153); alleen mogelijk bij
programmering van een stapel.
Daarna: OK-toets indrukken.
Daarna verschijnt opnieuw de MenuCard “Sta-
pel” of “Ketting”, waarop het nieuwe menupunt
te zien is. U kunt nu zoals beschreven een nog
een punt toevoegen. Zodra alle geheugenplaat-
sen bezet zijn, hoort u de negatieve bevesti-
gingstoon.
O Om de programmering te beëindigen, selecteert
u het menupunt
Opslaan
en drukt u op de OK-
toets. De programmering is opgeslagen.