Verbindingsopties voor Wi-Fi-profielen
Naam:
Een naam voor het Wi-Fi®-profiel invoeren.
SSID:
Een naam voor het Wi-Fi-netwerk invoeren.
Bandtype:
Het Wi-Fi-netwerktype instellen. Als u het netwerktype niet weet, wijzigt u dit veld niet.
Verbindingsmodus (automatisch):
Instellen of uw BlackBerry®-toestel automatisch verbinding maakt met het Wi-Fi-netwerk wanneer het beschikbaar is.
Verbindingsmodus (handmatig):
Instellen of u een melding wilt ontvangen wanneer het Wi-Fi-netwerk beschikbaar is.
Handover tussen toegangspunten toestaan:
Instellen of uw toestel verbonden blijft met het Wi-Fi-netwerk wanneer u zich tussen draadloze toegangspunten verplaatst.
VPN:
Stel indien nodig een VPN-profiel in voor gebruik met het Wi-Fi-profiel.
Beveiligingsopties voor Wi-Fi-profielen
Beveiligingstype:
Stel het beveiligingstype in dat het Wi-Fi®-netwerk ondersteunt.
WEP-sleutel selecteren:
Stel het type WEP-sleutel in voor het Wi-Fi-netwerk.
WEP-sleutel:
Voer de WEP-sleutel voor het Wi-Fi-netwerk in hexadecimaal formaat in.
Vooraf gedeelde sleutel:
Voer de WPA™ persoonlijke wachtwoordzin in voor het Wi-Fi-netwerk.
Gebruikersnaam:
Voer indien nodig de gebruikersnaam in die u gebruikt om verbinding te maken met het Wi-Fi-netwerk.
Gebruikerswachtwoord:
Voer indien nodig het wachtwoord in dat u gebruikt om verbinding te maken met het Wi-Fi-netwerk.
Gebruikershandleiding
Wi-Fi-technologie
256