meeste gevallen dichtbij TV- en
computerbeeldschermen mag staan zonder
beeldvervorming te veroorzaken.
Er zijn echter zeer gevoelige TV’s op de
markt, waarvan sommige zelfs gecorrigeerd
moeten worden voor het aardmagnetisch
veld. Als u een beeldvervormingsprobleem
heeft, kunt u het beste eerst de TV de-
magnetiseren (de-gaussing). Sommige TV-
en computerbeeldschermen hebben
daarvoor zelfs een speciale schakelaar.
Apparaten zonder zo’n schakelaar
demagnetiseren zichzelf echter meestal
automatisch zodra ze worden
ingeschakeld. Schakel daartoe de TV
volledig uit en haal de netsteker uit de
wandkontaktdoos (alleen in stand-by zetten
werkt niet). Laat het toestel ongeveer 15
minuten staan, doe dan de netsteker in de
kontaktdoos en schakel het apparaat weer
in.
Is het probleem niet opgelost, probeer dan
om de luidspreker een beetje naar voren of
achteren te bewegen of hem iets verder
van de TV te plaatsen tot het beeld weer
goed is.
Vanwege het sterkere magneetveld aan de
voorzijde van de luidsprekers adviseren we
u om erg gevoelige zaken (zoals floppy
disks, audio- en videobanden, credit cards,
etc.) niet dichter dan 0,2 m van de
luidsprekervoorkant te plaatsen.
Aansluiten (figuur 3)
Voordat u ook maar iets gaat aansluiten,
moet u alle apparatuur UIT schakelen!
Er zijn twee paar aansluitklemmen op het
achterpaneel waarmee de luidspreker
volgens de Bi-Wiring methode kan worden
aangesloten. Het onderste paar is voor de
laag-/middeneenheid en het bovenste voor
de hoogeenheid.
De klemmen zijn geïsoleerd en beschermen
u zo tegen een mogelijke elektrische schok,
zelfs bij de krachtigste versterkers. De
klemmen zijn geschikt voor verschillende
aansluitmethodes en toepassingen.
Gebruik bij voorkeur de Bi-Wiring
aansluitmethode en sluit elk paar klemmen
met een eigen kabel aan op de
eindversterker. Deze scheiding van
signaalwegen geeft een betere weergave,
vooral van de kleinste details. Bovendien
kunt u nu voor elk frequentiegebied de
meest optimale kabelsoort gebruiken.
Het kan zijn dat u de Bi-Wiring methode
niet wilt gebruiken, bijvoorbeeld tijdens de
eerste inregelprocedure of omdat u zo
weinig mogelijk kabels in “het zicht” wilt
hebben. In dat geval kunt u met de
meegeleverde korte kabels de twee
positieve en negatieve klemmen
doorverbinden.
Schuif de platte connector in de opening
aan de zijkant van de ene klem en de pen
in het ronde gat aan de zijkant van de
andere klem. Er blijft voldoende ruimte over
om een platte connector (van de kabel die
komt van de versterker) in dezelfde klem te
schuiven als waar de pen al zit.
De positieve (+/rode) klem van de
versterker moet u aansluiten op de
positieve (+/rode) klem van de luidspreker
en de negatieve (–/zwart) op de andere
luidsprekerklem. Het is belangrijk om de
juiste polariteit te handhaven bij het
aansluiten van een luidsprekerpaar. Een
foutje veroorzaakt een vaag stereobeeld en
een zwak laag.
Gebruikt u wel de Bi-Wiring methode, dan
is de juiste polariteit dubbel zo belangrijk:
zowel voor de frequentieweergave van elke
luidsprekereenheid op zich als voor de
juiste balans tussen de linker en rechter
luidspreker. In dit geval mag u de
doorluskabels niet gebruiken: ze sluiten de
uitgang namelijk kort en kunnen de
versterker beschadigen.
Afregelen
Voordat u de installatie gaat afregelen moet
u nogmaals de polariteit en stevigheid van
de aansluitingen kontroleren.
Plaats de luidsprekers in eerste instantie op
de meest redelijke plaats en beluister ze
dan enkele dagen. Als het geluid nog niet
helemaal bevalt, verschuift u de
luidsprekers telkens een klein stukje tot het
meest optimale resultaat is bereikt. Als het
laag te sterk is, kunt u de luidsprekers
verder van de muur plaatsen. Omgekeerd,
als het laag te zwak is, zet u de
luidsprekers dichter bij de muur. Meer
ruimte achter de luidsprekers geeft
trouwens ook een betere “dieptewerking”
vooral bij zeer goed opgenomen muziek.
Een onevenwichtige laagweergave wordt
meestal veroorzaakt door sterke
resonanties in de luisterruimte. Zelfs een
kleine verschuiving van de luidsprekers
heeft dan een hoorbaar effekt op de
weergavekwaliteit omdat zodoende andere
resonanties worden geaktiveerd. Het laag
zal in het algemeen gelijkmatiger zijn
wanneer de afstanden tot de twee
dichtstbijzijnde muren ongelijk zijn. Een
afstandsverhouding van 1:3 voor die twee
muren kan uitstekende resultaten geven.
Probeer de luidsprekers ook eens voor een
andere muur te plaatsen. Zelfs het
verschuiven van enkele grotere meubels
kan invloed hebben.
Als het stereobeeld te vaag is, zet de
luidsprekers dan minder ver uit elkaar of
richt ze meer naar binnen: precies op of net
vóór de luisterpositie (figuur 4).
Als het geluid te “scherp” is, kunt u meer
zachte materialen in de luisterruimte
aanbrengen (zoals bijvoorbeeld dikkere
gordijnen). Is het geluid echter te dof, dan
moet u juist zachte materialen verwijderen.
Kontroleer of er flutterecho’s voorkomen:
deze verminderen de weergavedefinitie
aanzienlijk. Klap daarvoor één keer kort in
uw handen en luister of u snel
opeenvolgende echo’s hoort.
U voorkomt deze met behulp van
onregelmatig gevormde oppervlakken zoals
bijvoorbeeld boekenkasten of grote
meubelstukken.
Kontroleer of de luidsprekerstatieven stevig
op de vloer staan. Gebruik bij een tapijt
zoveel mogelijk de “spikes”. Deze prikken
door het tapijt en rusten op de vloer
eronder: u kunt ze in hoogte verstellen om
eventuele oneffenheden in de vloer op te
heffen.
De beste weergavekwaliteit krijgt u door de
met stof beklede grille te verwijderen zoals
staat beschreven in het hoofdstukje
“Onderhoud”. De hoogeenheid is bijzonder
kwetsbaar en daarom moet deze grille
blijven zitten. De klemring van de grille is
echter speciaal ontworpen om de
hoogeenheid een optimale akoestische
omgeving te geven: de weergave zal dus
zonder grille juist minder goed zijn.
Inspeelperiode
Gedurende de eerste luisterperiode zal de
weergave van de luidspreker subtiel
veranderen. Als de luidspreker bijvoorbeeld
in een koude omgeving is opgeslagen
geweest, zullen de dempende materialen
en de conusophangingen pas na een tijdje
hun oorspronkelijke mechanische
eigenschappen terugkrijgen. Na enkele
speeluren zullen de conusophangingen ook
soepeler worden. Hoe lang het duurt
voordat de luidspreker zijn maximale
prestaties levert, hangt af van hoe hij is
opgeslagen geweest en hoe hij wordt
gebruikt. Ruwweg duurt het een week
voordat de temperatuursinvloed is
verdwenen en ongeveer 15 uur van
gemiddeld gebruik voordat alle
mechanische onderdelen hun optimale
eigenschappen hebben.
Andere apparatuur
Luidsprekers van deze kwaliteit verdienen
de allerbeste audiosignalen. Kies daarom
uw andere elektronische apparatuur en
kabels zorgvuldig uit. We kunnen u
informatie geven over waar u op moet
letten bij de aanschaf van de rest van de
apparatuur. We kunnen echter geen
bepaalde merken of modellen adviseren: de
kwaliteit van audio-apparatuur verbetert
namelijk continu. Uw dealer is echter het
beste in staat om u de bijpassende en
modernste producten te demonstreren.
In de gegevens is de belastbaarheid
opgegeven als (bijvoorbeeld) “geschikt voor
versterkers van 25 tot 120 WRMS”. De
hoge waarde wordt bepaald door de
maximale belastbaarheid van de
luidspreker. Daarbij mag de versterker niet
vervormen (of “clippen” wat het
frequentiespectrum verandert) en geldt de
waarde voor normaal programmamateriaal:
dus niet voor testsignalen van
toongeneratoren en dergelijke. De lage
waarde is het minimum dat volgens ons
nodig is om in een kleinere ruimte (minder
dan 50 m
3
) een normaal geluidsniveau te
halen zonder hoorbare vervorming. Hoe
meer vermogen, hoe minder snel de
versterker zal “clippen” en dus vervormen.
U kunt aan de gegevens vaak al zien hoe
goed een versterker een complexe
luidsprekerbelasting aan kan. Vergelijk
daarvoor de vermogens bij 4 Ω en
8 Ω: hoe dichter de verhouding bij 2:1 ligt,
hoe beter. Dat is namelijk een indicatie dat
de versterker voldoende uitgangsstroom
kan leveren.
De impedantie van de kabel moet voor alle
frequenties (en gemeten met de positieve
en negatieve aders in serie!) zo laag
mogelijk zijn en zeker minder dan 0,1 Ω.
Alleen dan is gegarandeerd dat het effekt
van de kabel op de frequentieweergave van
15