6
Flair IGB 5e druk juni 2003
Hoofdstuk 4 Installeren
4.1 Installeren algemeen
4.1.1 Voorschriften
Het installeren van de luchtverwarmer Flair IGB moet geschieden
overeenkomstig:
• De veiligheidsvoorschriften voor centrale verwarmingsinstal-
laties, NEN 3028.
• De relevante artikelen in het Bouwbesluit en de model
Bouwverordening.
• De voorschriften voor aardgasinstallaties, NEN 1078 (GAVO).
• De veiligheidbepalingen voor laagspanningsinstallaties,
NEN 1010.
• De voorschriften voor het aansluiten van condensvormende
gasgestookte toestellen op de binnenriolering in woning en
woongebouwen, NEN 3287.
• Eventuele aanvullende voorschriften van de plaatselijke
nutsbedrijven.
• De installatievoorschriften Flair IGB.
1 = Aansluitzijde; minimaal 600 mm
2 = Uitblaaszijde; minimaal 2000 mm
3 = Hoogte < 1,7 m is toegestaanFiguur 5: Opstelling Flair IGB 3881-0
4.1.2 Vrije ruimte rondom het toestel
In verband met veiligheid en onderhoud dient om het toestel een
minimale afstand te worden vrijgehouden. Onderstaande teke-
ningen geven de minimale afstanden aan.
Het is toegestaan de Flair IGB lager dan 1,70 m te installeren.
De installatiehoogte wordt gerekend van de vloer tot de onder-
zijde van het toestel.