• Identificatie van de gevaren
Een hoge blootstelling door inademing kan verdo-
vende effecten tot gevolg hebben. Zeer hoge blootstel-
lingen kunnen afwijkingen van het hartritme en een
onverwachte dood veroorzaken. Het vernevelde
product, of het product in de vorm van spetters, kan
vriesbrandwonden aan ogen en huid veroorzaken.
Gevaarlijk voor de ozonlaag.
• Maatregelen van eerste hulp
Inademing
Verwijder de patiënt van de plaats van blootstelling,
houdt hem warm en laat hem rusten. Dien zonodig
zuurstof toe. Verricht kunstmatige ademhaling als de
ademhaling gestopt is of tekens vertoont te gaan
stoppen. Verricht een externe hartmassage als het hart
gestopt is. Vraag onmiddellijk medische assistentie aan.
Contact met de huid
Laat de zones in kwestie met water ontdooien.
Verwijder de besmette kleding.
Let op: de kleding kan aan de huid vastplakken in geval
van vriesbrandwonden. Bij contact met de huid dient men
zich onmiddellijk met overvloedig lauw water te wassen.
Als symptomen optreden (irritatie, blaasvorming) dient
men onmiddellijke medische assistentie aan te vragen.
Contact met de ogen
De ogen onmiddellijk wassen met een oplossing voor het
wassen van ogen of met schoon water en de oogleden
minstens 10 minuten geopend houden.
Vraag medische assistentie aan.
Inslikken
Niet tot braken aanzetten.
Als de patiënt bij bewustzijn is, moet zijn mond met water
gespoeld worden en moet hij 200-300 ml water drinken.
Vraag onmiddellijk medische assistentie aan.
Bijkomende medische verzorging
Symptomatische behandeling en ondersteunende thera-
pie wanneer aangeduid. Geen adrenaline en sympatico-
mimetische middelen toedienen na een blootstelling
gezien het risico van hartritmestoornissen met mogelijke
hartstilstand.
• Maatregelen voor brandpreventie
Niet ontvlambaar.
De thermische afbraak veroorzaakt de emissie van zeer
toxische en corroderende dampen (chloorwaterstof, fluorwa-
terstof). In geval van brand moeten een ademhalingsappa-
raat en adequate veiligheidskleding gedragen worden.
Blusmiddelen
Gebruik blusmiddelen die geschikt zijn voor de te blussen
brand.
• Toxicologische informatie
Inademing
Hogere atmosferische concentraties kunnen verdovende
effecten veroorzaken met mogelijk bewustzijnverlies.
Zeer hoge blootstellingen kunnen afwijkingen van het
hartritme en een onverwachte dood veroorzaken.
Hogere concentraties kunnen verstikking veroorzaken door
het gereduceerde zuurstofgehalte in de atmosfeer.
17
2.11. SYSTEMEN VOOR VEILIGHEID EN CONTROLE
Afb. 14
•
•
•
•
•
•
•
Microschakelaar deur (A): blokkeert de werking van de
ventilatoren in de cel wanneer de deur geopend wordt.
Veiligheidszekeringen (B): beveiligen de circuits tegen
kortsluitingen en overbelasting.
Zekeringhouders (C): bevatten de zekeringen die de
opening en de afsluiting van de circuits mogelijk
maken.
Elektronische kaarten (D): besturen en controleren de
diverse delen van de koeler die erop aangesloten zijn
op grond van de verworven parameters.
Controle temperatuur in cel (E): wordt beheerd door
de elektronische kaart via sonde PT1000.
Veiligheidsdrukschakelaar (F): treedt in werking bij een
overmatige druk in het koelcircuit.
Veiligheidsklep (G): treedt in werking bij een overma-
tige druk in de installatie wanneer de veiligheidsdruk-
schakelaar niet in werking treedt. De inwerkingtreding
voert het overtollige gas af in de ruimte.
Afb.A Afb.B Afb.C
Afb.D
Afb.GAfb.FAfb.E
2.12. VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD GAS R404A