BEKNOPTE GEBRUIKSAANWIJZING
I
33
De functie wordt uitgeschakeld
in de volgende gevallen
- door de bedieningsknop van
de stand “LIM” in de stand 0 te
zetten.
- door de motor af te zetten.
De tevoren geselecteerde snelheid
blijft opgeslagen.
In geval van een storing
verschijnt een melding terwijl
er een geluidssignaal klinkt en
het SERVICE-lampje brandt.
Raadpleeg een CITROËN erkend
bedrijf.
Bij het gebruik van andere dan door CITROËN goedgekeurde
matten bestaat de kans dat deze onder het gaspedaal schuiven en
zo het volledig intrappen van het gaspedaal belemmeren.
Het is dan niet mogelijk de snelheidsbegrenzer uit te schakelen
anders dan via de bediening aan het stuur.
De bestuurder moet oplettend blijven en altijd de volledige
controle hebben over de auto.
Tijdelijke overschrijding van de
maximumsnelheid
Op elk willekeurig moment kunt u de
ingestelde snelheid overschrijden
door het gaspedaal volledig, voorbij
het zware punt, in te trappen.
Gedurende de tijd dat de maxi-
mumsnelheid wordt overschreden,
knippert de weergegeven snelheid
op het display.
U kunt in dat geval volstaan met
het loslaten van het gaspedaal om
de snelheid te doen terugvallen tot
onder de maximumsnelheid en de
snelheidsbegrenzer opnieuw te
activeren.
Opmerking: wanneer tijdens het
gebruik van de snelheidsbegren-
zer het onmogelijk is om de ge-
programmeerde snelheid vast te
houden (steile afdaling of te forse
acceleratie), wordt de snelheid
knipperend weergegeven. Pas
eventueel uw snelheid aan.
De functie wordt opnieuw actief als
uw snelheid is gedaald tot onder
de gewenste maximumsnelheid.
Uitschakelen van de
snelheidsbegrenzer
Druk op de toets 3.
Met deze handeling verschijnt de
informatie
“
OFF
”
op het display.
Deze handeling veroorzaakt niet
het wissen van de geprogram-
meerde maximumsnelheid; deze
blijft in het gebied A op het instru-
mentenpaneel staan.
S N E L H E I D S B E G R E N Z E R