tegenwijzerzin, fig. 21 (naargelang u de knop
verder of minder ver draait, varieert de hoeveelheid
stoom die uit het cappuccinomondstuk komt). Nu
begint de melk toe te nemen in volume en er romig
uit te zien.
7.Als de gewenste temperatuur bereikt is (ideaal is
60°C), moet de stoomafgifte worden gestopt door de
stoomknop in wijzerzin te draaien. Na de
stoomafgifte, is het normaal dat er wat stoom uit het
druipbakje komt; dit is te wijten aan een speciale
inrichting die reststoom aanwezig in het
hogedrukreservoir elimineert en naar het druipbakje
afvoert.
8.Giet de geëmulgeerde melk in de koppen met espresso
die al eerder zijn gemaakt. De cappuccino is klaar.
Doe er naar believen suiker in en strooi er, als u dat
wenst, wat cacaopoeder overheen.
OPMERKING: Wanneer men gedaan heeft met cappuccino
te zetten is het, om veiligheidsredenen, niet mogelijk koffie
te
Om deze wachttijd in te korten, kan het apparaat snel
worden afgekoeld als volgt: open het stoomknop en laat
water uit het cappuccinomondstuk lopen (fig. 20) tot het
controlelampje OK koffie niet meer knippert.
TIP: indien u meer dan één cappuccino wilt zetten, zet u
eerst de koffie, en schuimt u pas op het einde de melk op
voor alle cappuccino’s.
BELANGRIJK: maak het cappuccinomondstuk altijd
schoon na het gebruik. Ga als volgt te werk:
1. Laat gedurende enkele seconden stoom af door de
stoomknop (fig. 21) te draaien.
2. Houd met een hand het bovenste deel vast en schroef
met de andere hand het cappuccinomondstuk in
wijzerzin los; haal hem van het mondstuk (fig. 22).
3. Verwijder het stoommondstuk door het uit de
afgiftepijp te halen.
4. Was het cappuccinomondstuk en het
stoommondstuk zorgvuldig met lauw water.
5. Controleer of de twee gaatjes aangeduid met de pijl
in fig. 23 niet verstopt zijn. Zo nodig, de gaatjes
vrijmaken met behulp van een naald.
6. Hermonteer de afgiftepijp door deze in de
stoomopening te brengen en stevig vast te draaien
(fig. 24).
7. Hermonteer de cappuccinomondstuk en draai hem
vast tegen de wijzers van de klok in (fig. 25).
WARM WATER PRODUCEREN
1.Zet de machine aan door te drukken op de knop
aan/uit (fig. 3).
2.Zet een kopje onder het cappuccinomondstuk.
3.Wanneer het controlelampje OK blijft branden,
de stoomknop in tegenwijzerzin draaien (fig. 21):
het warm water loopt uit het cappuccinomondstuk;
4Om de afgifte van warm water te onderbreken, de
stoomknop in wijzerzin draaien.
SCHOONMAAK EN ONDERHOUD
REINIGING VAN DE FILTERHOUDER VOOR GEMALEN
KOFFIE
Ongeveer elke 300 koffies, wordt de filterhouder voor
gemalen koffie als volgt gereinigd:
• Haal de filter van de melkopschuiminrichting uit de
filterhouder (fig. 26).
• Draai de dop van de melkopschuiminrichting in de richting
aangeduid door de pijl op de dop zelf (fig. 27). Verwijder
de melkopschuiminrichting door hem te duwen aan de
zijde van de dop (fig. 28).
•Verwijder de pakking en de metalen filter (fig. 29).
• Spoel alle componenten en reinig zorgvuldig de metalen
filter met warm water en met behulp van een borsteltje (fig.
30). Controleer (kijken in tegenlicht) of de gaatjes van de
metalen filter verstopt zijn. Eventueel vrijmaken met behulp
van een naald (fig. 31).
• Hermonteer de filter en de pakking op de plastic schijf.
Let erop dat de pin van de plastic schijf in de opening van
de pakking past (opening A op fig. 32)
• Hermonteer het geheel in de stalen filterhouder (fig.33) en
zorg ervoor dat de pin in de opening van de houder zelf
zit (opening B op fig. 33).
• Draai de dop dicht.
De garantie vervalt indien de hierboven beschreven reiniging
niet naar behoren wordt uitgevoerd.
REINIGING VAN DE FILTERHOUDER VOOR SERVINGS
(INDIEN MEEGELEVERD).
Na ongeveer 300 koppen, de filterhouder voor
servings reinigen als volgt:
• Druk op het knopje van de filterhouder en verwijder
de filter (fig. 34). Reinig de binnenkant van de
filterhouder. Nooit in de vaatwasmachine wassen.
• Reinig de filter grondig met warm water en een
borsteltje. Indien de gaatjes in de metalen filter
verstopt zijn, maakt u die vrij met behulp van een
naald (zie fig. 31).
• Hermonteer de filter.
De garantie vervalt indien bovenvernoemde reiniging
niet naar behoren wordt uitgevoerd.
33