76
BESCHRIJVING VAN HET BEDIENINGSPANEEL
WERKING MET HET BEDIENINGSPANEEL
Met het bedieningspaneel kunnen de belangrijkste functies van
het apparaat bediend worden, maar om het volledige poten-
tieel van het apparaat te benutten moet de afstandsbediening
gebruikt worden.
HET APPARAAT AANZETTEN
• Steek de stekker in het stopcontact. Op de display verschij-
nen twee streepjes om aan te geven dat het apparaat in
Stand-by is (fig. 12).
• Druk vervolgens op de toets tot het apparaat aan gaat.
Bij de eerste inschakeling zal de beginfunctie “koeling” zijn,
terwijl bij de volgende inschakelingen de functie zal verschij-
nen die actief was op het moment van uitschakeling.
Schakel de airconditioner nooit uit door de stekker uit het stopcontact te halen, maar
druk op de toets en wacht enkele minuten alvorens de stekker te verwijderen:
alleen op die manier kan het apparaat de controles uitvoeren die de werkingstoestand
verifiëren.
✔
1 ON/Stand-by (aan/uit) toets
2 MODE toets voor selectie van de bedrijf-
swijze: koeling, ontvochtiging, zuive-
ring/ventilatie, verwarming, Smart.
3 Symbool koeling
4 Symbool ontvochtiging
5 Symbool zuivering/ventilatie
6 Symbool verwarming
7 Symbool smart
8 FAN toets voor selectie van de snelheid:
Low, Med, High, Auto
9 Snelheidsindicator
10 Symbool “SLEEP” functie
11 Symbool “TIMER”
12 Symbool “IONISATORFUNCTIE”
(alleen bij
sommige modellen)
13 Toets verhoging (+)
14 Toets verlaging (-)
15 Toets SWING (draaibeweging van de
ribben van het rooster)
12
1
2 11
12
9
13
10
9
6
7
5
15
4
14
8
3