BEDRIJFSWIJZE ZUIVERING/VENTILATIE (FIG. 17)
Voor deze bedrijfswijze hoeft niet de luchtafvoerslang op het
apparaat te worden aangebracht.
Om deze bedrijfswijze correct in te stellen:
•Druk herhaaldelijk op de MODE toets tot het symbool van de
ventilatie verschijnt.
• Selecteer de gewenste ventilatiesnelheid door op de FAN
toets te drukken. Er zijn drie snelheden beschikbaar:
Hoge snelheid: om het maximum ventilatiever-
mogen te verkrijgen
Gemiddelde snelheid: als u het geluidsniveau
laag wilt houden, met sowieso een goed com-
fortniveau
Lage snelheid: wanneer u zo weinig mogelijk
geluid wenst
Bij deze bedrijfswijze is het niet mogelijk de AUTO
snelheid te selecteren.
B
EDRIJFSWIJZE VERWARMING
(FIG. 18)
Om deze bedrijfswijze correct in te stellen:
•Druk herhaaldelijk op de MODE toets tot het symbool van de
verwarming (6) verschijnt.
• Selecteer de te bereiken temperatuur door op de toetsen +
of – te drukken tot de gewenste waarde verschijnt.
• Bij verwarming wordt de snelheid van de ventilator automa-
tisch door het apparaat gekozen. Het aan de omgeving ont-
trokken water wordt verzameld in de bak aan de achterkant
van de airconditioner.
Wanneer de bak vol is, onderbreekt het apparaat zijn werking en
op het display verschijnt het opschrift “ ” (Full tank); in dit geval
moet de bak verwijderd en geleegd worden (fig. 15). Zodra de
lege bak weer is aangebracht, start het apparaat weer op.
Dankzij de slang voor continu-afvoer is het mogelijk de geprodu-
ceerde condens af te voeren zonder periodiek de bak te hoe-
ven ledigen. Breng, om de continu-afvoer te gebruiken, de slang
met snelkoppeling aan zoals getoond in fig. 16.
BEDRIJFSWIJZE SMART (FIG. 19)
Om deze bedrijfswijze in te stellen, drukt u herhaaldelijk op de
MODE toets tot het symbool SMART (7) verschijnt.
In deze bedrijfswijze zal het apparaat automatisch bepalen of
het met koeling, ventilatie of verwarming zal werken, de meest
geschikte temperatuur om het beste welzijn te verkrijgen en de
ventilatiesnelheid.
T
OETS SWING (15)
Deze zorgt voor het draaien van de ribben van het rooster, zodat
de gekoelde lucht gelijkmatig over het vertrek verdeeld wordt.
• Door één maal op de toets SWING te drukken, beginnen de
ribben afwisselend naar voren en naar achteren te bewegen.
Als opnieuw op de toets wordt gedrukt, stoppen de ribben in
de positie waarin ze zich bevinden. Bij de volgende bediening
van de toets beginnen ze weer naar voren en naar achteren
te bewegen.
• Als het apparaat wordt uitgeschakeld, gaan ze dicht,
ongeacht de positie waarin ze zich bevinden.
7878
17
19
Bij werking met lage tem-
peraturen in het vertrek,
voert het apparaat automa-
tisch het ontdooien uit, door
tijdelijk de werking te onder-
breken. Deze werkzaam-
heid wordt op het display
weergegeven door het
opschrift “
LT
”. Het is volko-
men normaal dat het appa-
raat tijdens deze werkzaam-
heid een ander geluid
maakt dan tijdens de nor-
male werking.
Bij deze bedrijfswijze
kan het apparaat af en
toe korte ventilatiecycli
uitvoeren, ondanks het
feit dat de ingestelde
temperatuur reeds bereikt
is.
✔
✔
18