35
NL
ONDERHOUD
6.1 VEILIGHEIDSADVIEZEN
Haal de sleutel uit het contact en lees de bijgeleverde
instructies alvorens enige reinigings-, of onderhoudswerkzaamheden te ver-
richten. Trek geschikte kleding en werkhandschoenen voor alle handelingen
die gevaarlijk kunnen zijn voor de handen.
Gebruik de machine nooit als er onderdelen versleten of beschadigd
zijn. Deze onderdelen dienen vervangen te worden en mogen nooit gerepareerd worden.
Gebruik alleen originele reserveonderdelen; onderdelen met andere kenmerken kunnen de
machine beschadigen en gevaarlijk zijn voor uw veiligheid en dat van anderen.
Gooi afgewerkte olie, oude benzine of andere vervuilende produkten
nooit achteloos weg.
6.2 PERIODIEK ONDERHOUD
6.2.1. P
ERIODIEK ONDERHOUD
BELANGRIJK
̆
!
LET OP!
̆
!
LET OP!
6.
ONDERHOUD
I
NGREEP
U
REN
U
ITVOERING
(D
ATUM OF
U
REN
)
1. MACHINE
1.1
Controle bevestiging en scherpte van de messen
25
1.2 Vervanging messen 100
1.3 Controle drijfsnaar 25
1.4 Vervanging drijfsnaar
2)
–
1.5 Controle drijfriem van de messen 25
1.6 Vervanging drijfriem van de messen
2)
–
1.7 Controle verbindingsriem van de messen 25
1.8 Vervanging verbindingsriem van de messen
2)
–
1.9 Controle en bijstellen van de rem 10
1.10 Controle en bijstellen van de koppeling 10
1.11 Controle van de meskoppeling en –rem 10
1.12 Stevigheidscontrole van alle verbindingen 25
1.13 Algemene smering
3)
25
2. MOTOR
1)
2.1 Vervanging motorolie .....
2.2 Controle en schoonmaken luchtfilter .....
2.3 Vervanging luchtfilter .....
2.4 Controle benzinefilter .....
2.5 Vervanging benzinefilter .....
2.6 Controle en schoonmaken contactpuntjes .....
2.7 Vervanging bougie .....