36
NL
ONDERHOUD
1)
Raadpleeg het instructieboekje van de motor voor de complete lijst en de tussenpozen.
2)
Bij de eerste slijtageverschijnselen onmiddelijk vervangen bij een erkend servicecentrum.
3)
De algemene smering moet bovendien, elke keer er verwacht wordt de machine voor geruime
tijd niet te gebruiken, uitgevoerd worden.
Het doel van de bovenstaande tabel is om uw machine een optimale conditie en veiligheid te
laten behouden. De belangrijkste onderhoudswerkzaamheden en smeerbehandelingen staan
hierin vermeld met aanduiding van de tussenpozen waarmee ze uitgevoerd dienen te worden.
Daarnaast bevinden zich enkele hokjes waarin u de datum of de werkuren kunt invullen.
Alle handelingen voor de controle, de afstelling en de vervanging
die niet beschreven worden in de hoofdstukken 6.3 en 6.4 van deze handleiding moeten
uitgevoerd worden bij de Verkoper of een gespecialiseerd Centrum, waar beschikt
wordt over de nodige kennis en uitrustingen, voor een correcte uitvoering van de wer-
ken, met respect voor de originele veiligheidsstaat van de machine.
6.2.2. O
VERZICHT VAN DE BELANGRIJKSTE PROBLEMEN WAARBIJ INGEGREPEN MOET WORDEN
6.2.3 M
OTOR
Volg alle aanwijzingen die in het
instructieboekje van de motor staan aangegeven.
Het aftappen van de motorolie wordt uitgevoerd door de
dop (1) eraf te draaien; let bij het erop draaien van de
dop of de pakking aan de binnenkant goed geplaatst is.
BELANGRIJK
̆
!
LET OP!
Als ...
De messen trillen
Het gras wordt uitgerukt en het gazon ver-
geelt
De hoogte van het gras onregelmatig is
Het inschakelen van de messen onregel-
matig verloopt
De remmen niet goed werken
Het rijden schokkend verloopt
De opvangzak elke keer opspringt en open
neigt te gaan
dient het volgende te worden uitgevoerd ...
Controleer of ze goed vastzitten (☛ 6.3.1) of stel ze bij
(☛ 6.3.1).
Slijp de messen (☛ 6.3.1).
Stel de maaihoogte van het maaidek bij (☛ 6.3.2).
Stel de regelaar van de messenkoppeling opnieuw in (☛ 6.3.3).
Stel de remveer bij (☛ 6.3.4).
Stel de veer van het koppelstuk bij (☛ 6.3.5).
Stel de veer bij (☛ 6.3.6).