onderkant van de omkasting van de maaier schoon
houden en afgezet gras zeker verwijderen. Afgezet
materiaal bemoeilijkt het starten, doet afbreuk aan de
maaikwaliteit en belemmert het uitwerpen van het
gras. Op hellingen moet de maaibaan steeds dwars
over de helling verlopen. Het wegglijden van de
maaier kan door schuin omhoog verplaatsen worden
voorkomen. Kies de maaihoogte naargelang de
werkelijke lengte van het gras. Rijdt het gras in
meerdere beurten af zodat het gras per beurt
maximaal 4 cm korter wordt gereden.
Voordat u eender welke controles aan het mes
uitvoert zeker de motor afzetten. Denk eraan dat het
mes na het afzetten van de motor nog enkele
seconden blijft draaien. Probeer nooit het mes te
stoppen.
Controleer regelmatig of het mes correct bevestigd,
in perfecte staat en goed geslepen is. Zo niet dient u
het mes te slijpen of te vervangen. Indien het
roterende mes een voorwerp raakt, de maaier
uitschakelen en wachten tot het mes helemaal
stilstaat. Controleer vervolgens de toestand van het
mes en de meshouder. Indien die beschadigd zijn
moeten ze worden vervangen.
Leg de gebruikte aansluitkabel van het toestel in
bochten voor het gebruikte stopcontact op de grond.
Rijdt het gras al weggaand van het stopcontact of de
kabel af en let er op dat de aansluitkabel van het
toestel steeds binnen het afgereden gazongedeelte
ligt om te voorkomen dat u met de grasmaaier over
de kabel rijdt.
8. Gras afrijden
Zodra tijdens het maaien grasresten blijven liggen,
moet de opvangzak leeg worden gemaakt.
Let op! Vóór het afnemen van de opvangzak de
motor afzetten en wachten tot het
maaigereedschap tot stilstand is gekomen.
Om de opvangzak af te nemen tilt u met één hand de
uitlaatklep op en met de andere hand neemt u de
opvangzak aan het handvat uit.
Overeenkomstig de veiligheidsvoorschriften valt de
uitlaatklep bij het afnemen van de opvangzak dicht
en sluit de achterste uitwerpopening. Als daarbij
grasresten in de opening blijven hangen, trekt u de
maaier best ongeveer 1 m terug om het starten van
de motor te vergemakkelijken.
Grasresten in de omkasting van de maaier en op het
werkgereedschap niet met de hand of de voet
verwijderen maar met de gepaste hulpmiddelen, b.v.
borstel of handveger.
Om een goed opraapresultaat te bereiken dienen de
opvangzak en vooral het net na gebruik van binnen
te worden schoongemaakt.
Opvangzak enkel vasthaken als de motor afgezet is
en het maaigereedschap stilstaat.
Uitwerpklep met één hand optillen en met de andere
hand de opvangzak aan het handvat vasthouden en
van boven vasthaken.
9. Onderhoud en berging
Onderhouds- en schoonmaakwerkzaamheden op de
grasmaaier alsook het afnemen van beschermende
inrichtingen mogen enkel worden uitgevoerd nadat
de motor is stopgezet en de netstekker uit het
stopcontact is getrokken.
Afgesleten of beschadigde messen, meshouder en
bouten moeten per set door een geautoriseerde
vakman worden vervangen teneinde de
uitgebalanceerde toestand te behouden.
De maaier mag niet met stromend water, vooral niet
onder hoge druk, worden schoongemaakt.
Zorg ervoor dat alle bevestigingselementen
(schroeven, moeren enz.) steeds goed vast
aangehaald zijn zodat u veilig met de maaier kunt
werken.
Controleer de opvangzak vaker op
slijtageverschijnsels.
Vervang afgesleten of beschadigde onderdelen.
Berg uw grasmaaier in een droge ruimte op. Voor
een lange levensduur is het aan te bevelen alle te
schroeven onderdelen alsook de wielen en assen
schoon te maken en vervolgens te oliën.
Door de grasmaaier regelmatig te onderhouden zal
hij niet alleen lang meegaan en goed werken, maar
zal hij u ook in staat stellen uw gazon zorgvuldig en
gemakkelijk af te rijden.
Maak de maaier, indien mogelijk, schoon d.m.v. een
borstel of vod. Gebruik geen oplosmiddelen of water
om de maaier van vuil te ontdoen. Het meest aan
slijtage blootgestelde onderdeel is het mes.
Controleer regelmatig de toestand van het mes
alsook de bevestiging ervan. Als het mes afgesleten
is moet het onmiddellijk worden vervangen of
bijgeslepen. Mochten er zich aan de maaier
bovenmatige trillingen voordoen betekent dit dat het
mes niet correct is uitgebalanceerd of door stoten is
vervormd. In dit geval moet het worden hersteld of
vervangen.
10. Vervangen van het mes
Om veiligheidsredenen is het aan te bevelen het mes
enkel door een geautoriseerde vakman te laten
vervangen.
Let op! Werkhandschoenen dragen!
23
NL