NL
23
in de catalogus kan voor U een persoonlijk
verwondingsgevaar betekenen.
16. Herstellingen alleen door een elektrovakman
- Herstellingen mogen slechts door een
elektrovakman worden uitgevoerd, anders
bestaat er gevaar voor ongevallen voor de
bediener.
17. Geluid
Bij gebruik van de compressor
gehoorbeschermer dragen.
18. Vervangen van de aansluitkabel
Indien de aansluitkabel wordt beschadigd, dient
die door de fabrikant of elektrovakman te worden
vervangen om gevaren te voorkomen.
1.2 Veiligheidsvoorschriften voor het werken met
perslucht en uitblaaspistolen
n Compressor en leidingen bereiken tijdens het
bedrijf hoge temperaturen. Aanrakingen leveren
verbrandingen op.
n De gassen of dampen aangezogen door de
compressor dienen vrij van bijmengsels te
worden gehouden die in de compressor brand of
ontploffingen kunnen veroorzaken.
n Bij het losdraaien van de slangkoppeling moet
het koppelingsgedeelte van de slang met de
hand worden vastgehouden teneinde
verwondingen door de terugsspringende slang te
vermijden.
n Bij het werken met de uitblaaspistool
veiligheidsbril dragen. Door vreemde lichamen
en weggeblazen deeltjes kunnen gemakkelijk
verwondingen worden veroorzaakt.
n Met de uitblaaspistool geen personen aanblazen
of kleren aan het lichaam schoonmaken.
1.3 Veiligheidsvoorschriften voor het verfspuiten
n Geen lakken of oplosmiddelen met een vlampunt
van minder den 55° C verwerken.
n Lakken en oplosmiddelen niet verwarmen.
n Indien vloeistoffen worden verwerkt die
schadelijk zijn voor de gezondheid, zijn
filtertoestellen (gezichts-masker) vereist. Volg
eveneens de aanwijzingen van de fabrikant van
dergelijke stoffen op wat betreft
veiligheidsmaatregelen.
n Tijdens het spuiten alsook in de werkruimte mag
niet worden gerookt. Ook verfdampen zijn
brandbaar.
n Stookplaatsen, open licht of vonkenslaande
machines mogen niet voorhanden of in werking
zijn.
n Spijs en drank niet in de werkruimte bewaren of
consumeren. Verfdampen zijn schadelijk.
n De op de verzamelverpakkingen van de
verwerkte materialen aangegeven informatie en
aanduidingen van de verordening omtrent
gevaarlijke stoffen dienen in acht te worden
genomen.
Indien nodig dienen bijkomende
veiligheidsmaatregelen te worden genomen, in
het bijzonder dienen gepaste kledij en maskers
te worden gedragen.
n De werkruimte moet groter zijn dan 30 m
3
en bij
het spuiten en drogen moet een voldoende
luchtverversing gewaarborgd zijn. Niet tegen de
wind spuiten. Principieel dienen bij het spuiten
van brandbare of gevaarlijke spuitgoederen de
bepalingen van de locale politieautoriteiten te
worden opgevolgd.
n In verbinding met de PVC-drukslang geen
medium zoals white spirit, butylalcohol en
methyleenchloride verwerken (verminderde
levensduur).
1.4 Gebruik van drukvaten
n Wie met een drukvat werkt is verplicht deze in
behoorlijke toestand te houden, naar
behoren te gebruiken, in het oog te houden,
noodzakelijke onderhoudsen herstelwerk-
zaamheden onmiddellijk uit te voeren en alle
veiligheidsmaatregelen te nemen die
naargelang de omstandigheden vereist zijn.
n De inspectiedienst kan per geval vereiste
controlemaatregelen verordenen.
n Een drukvat mag niet worden gebruikt als het
gebreken vertoond waardoor werknemers of
derden in gevaar worden gebracht.
n Het drukvat dient regelmatig op beschadigingen
zoals b.v. roest te worden gecontroleerd .Indien
u beschadigingen vaststelt, gelieve zich tot de
servicewerkplaats te wenden.
Bewaar de veiligheidsvoorschriften goed.
2. Beschrijving van het apparaat
1. Afdekking behuizing
2. Drukvat
3. Wiel
4. Standvoet
5. Snelkoppeling (geregelde perslucht)
6. Manometer (ingestelde druk kan worden
afgelezen)
7. Drukregelaar
9. Drukschakelaar
8. AAN/UIT-schakelaar
9. Transportgreep
10. Veiligheidsklep