3
Voor u het toestel kunt gebruiken
Opstellen
Plaats het toestel op een plek waar de
omgevingstemperatuur voldoet aan de
klimaatklasse waarvoor het toestel ontworpen
is. U kunt de klimaatklasse vinden op het
typeplaatje. In onderstaande tabel vind u de
klimaatklasses en de bijbehorende
omgevingstemperatuur:
SN 10 - 32 °C (koude omgeving)
N 16 - 32 °C (normaal)
ST 16 - 38 °C (semi-tropisch)
T 16 - 43 °C (tropisch)
Plaats het toestel op een vlakke, stabiele
ondergrond.
Zorg voor voldoende ventilatie, houd rondom
het toestel minimaal 10 cm ruimte vrij.
Met de stelvoeten kunt u het toestel waterpas
zetten.
Laat het toestel nadat het geplaatst is
minimaal 3 uur staan voordat u de stekker in
het stopcontact steekt.
Reinigen
Maak eerst het interieur schoon en droog.
Gebruik voor het schoonmaken een sopje van
een neutraal schoonmaakmiddel (allesreiniger
of afwasmiddel). Het interieur na het
schoonmaken afnemen met schoon water en
droogwrijven.
Laat het toestel 1 à 2 uur drogen.
Stel de thermostaat in op de middelste stand.
Steek de stekker in het stopcontact. Het
toestel koelt nu continu tot de ingestelde
temperatuur is bereikt.
Instellen van de temperatuur van koelkast en
vriesvak (indien van toepassing)
De knopaanduiding is voorzien van een "nul" of
"stop" stand en van de cijfers 1 (minst koud)
t/m 7 (meest koud).
INGEBRUIKNAME
2
Voor uw veiligheid
■ De huisinstallatie waarop u het toestel
aansluit moet voldoen aan de nationale en
lokale voorschriften.
■ Sluit het toestel aan op een volgens de
geldende voorschriften geïnstalleerde
wandcontactdoos.
■ Let op de afstand tussen de koelkast en
een hittebron. De mantel mag niet warmer
dan 75 °C worden.
■ Koelleidingen nooit verbuigen.
■ Om beschadigingen aan het koelsysteem te
voorkomen het toestel nooit reinigen met
scherpe voorwerpen. Bij beschadigingen
aan het koelsysteem, waarbij koelvloeistof
vrijkomt, de ruimte ventileren. Waarschuw
onmiddellijk de Servicedienst!
■ Gebruik de plint, laden en schappen nooit
als opstapje.
■ Laat kinderen nooit met het toestel spelen.
■ Reparaties mogen alleen door een bevoegd
servicemonteur worden uitgevoerd.
■ Heeft u een beschadigde koelkast
ontvangen, neem dan direct contact op met
uw leverancier.
■ Gebruik geen verlengsnoer voor het
aansluiten van het toestel.
■ Trek de stekker tijdens
reparatiewerkzaamheden en tijdens het
schoonmaken uit het stopcontact.
■ Trek de stekker nooit aan het snoer uit het
stopcontact. Pak altijd de stekker zelf vast
en trek deze recht uit het stopcontact.
■ Bewaar geen explosieve en licht
ontvlambare stoffen in het vriesvak.
Alcohol en vloeistoffen met een hoog
alcoholpercentage alleen afgesloten en
staand bewaren.
■ Geen flessen met vloeistof die bevriest in
het vriesvak bewaren, ze kunnen kapot
vriezen.
■ Heeft u uw oude koelkast nog in huis en
gebruikt u deze niet meer, verwijder dan de
deur(en). Dit om te voorkomen dat kinderen
zichzelf kunnen opsluiten en in
levensgevaar komen.
VEILIGHEID