VOOR GEBRUIK4
Vóór het eerste gebruik
■ Open de deur en verwijder het
verpakkingsmateriaal.
■ Reinig de ovenruimte en het toebehoren
met een vochtige doek. Gebruik geen
schuurmiddel of sterk geurende
schoonmaakmiddelen.
■ Plaats de geleidering in het midden van de
bereidingsruimte. Leg het draaiplateau op
de geleidering.
■ De magnetron mag niet gebruikt worden
zonder geleidering en draaiplateau.
■ Schakel de magnetron niet in als hij leeg
is. De oven kan beschadigd raken.
■ Test de magnetron op juiste werking.
Plaats een glas water in de ovenruimte.
Schakel de magnetron één minuut in op de
hoogste stand (zie pagina 8, koken). Het
water moet na afloop heet zijn.
Let op:
Als u vloeistof (bijvoorbeeld water) wilt koken
zet dan een kunststof lepeltje in het kopje. Het
kan gebeuren dat de vloeistof kookt zonder
dat u belletjes ziet. Zodra u het kopje uit de
oven haalt, kan de vloeistof opeens heftig
gaan koken en uit het kopje spatten met het
risico dat u zich brandt.
Waar u op moet letten
Als de magnetron ingeschakeld is, mag de deur
geopend worden; de magnetron schakelt
automatisch uit en de ingestelde tijd wordt
stilgezet.
De magnetron verwarmt altijd met dezelfde
intensiteit, ongeacht de hoeveelheid die u in de
magnetron kookt. Hoe meer u in de magnetron
plaatst, des te langer de kooktijd.
Niet alle materialen mogen in de magnetron. In
onderstaande tabel wordt aangegeven welke
materialen u wel en niet mag gebruiken.
Materiaal Toegestaan
papier ja
aluminiumfolie* ja
huishoudfolie ja
aluminium bakjes nee
diepvries / magnetron servies ja
hittebestendig plastic ja
ongeglazuurd aardewerk nee
geglazuurd aardewerk ja
metalen kookgerei nee
normaal glas ja
Pyrex en ander ovenvast glas
en keramiek ja
borden met metaalhoudende sierrand nee
metalen sluitstrip nee
kwikthermometer nee
afgesloten pot nee
fles met een nauwe hals nee
braadzakken ja
*
Door dunnere gedeelten van gerechten (zoals
kippenpoten) af te dekken, voorkomt u dat ze te snel
garen.