57
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
▲
▼
Luchtstroom verdeeld over de lucht-
roosters in de beenruimten en de
luchtroosters voor ontwaseming/ont-
dooiing van de voorruit en zijruiten
voor. Deze luchtverdeling zorgt voor
een goede verwarming van het interi-
eur en voorkomt het eventuele be-
slaan van de ruiten.
▲˙
Luchtstroom verdeeld over
▼
de luchtroosters van de voorruit,
de uitstroomopeningen in het mid-
den/aan de zijkant en de lucht-
roosters in de beenruimten. Deze
luchtverdeling zorgt voor een goe-
de klimaatbeheersing in de zomer.
▲
Luchtstroom verdeeld over
˙
de luchtroosters van de voorruit
en de uitstroomopeningen in het
midden/aan de zijkant van het
dashboard. Deze luchtverdeling
zorgt voor een goede koeling van
het interieur in de zomer.
De luchtverdeling wordt gekozen met de
knoppen B en F volgens de “rolling”-me-
thode, overeenkomstig de volgorde die in
het volgende schema vermeld staat fig. 52.
De ingestelde luchtverdeling wordt weer-
gegeven door het gaan branden van de be-
treffende symbolen op het display.
Voor het hervatten van de automatische
werking van de luchtverdeling na een
handmatige instelling, moet de knop
AUTO worden ingedrukt.
F0L0234m
Als u bij FULL AUTO voor de eerste
keer de luchtverdelingsknop B of F in-
drukt, wordt op het display de huidige, au-
tomatisch gekozen status weergegeven.
Hierna kan u via de “rolling”-methode de
gewenste luchtverdeling kiezen door op-
nieuw op de knop B of F te drukken.
Als de bestuurder kiest voor luchtverde-
ling naar de voorruit, wordt ook de lucht-
stroom aan passagierszijde automatisch
naar de voorruit geleid. De passagier kan
vervolgens een andere luchtverdeling kie-
zen door de betreffende knoppen in te
drukken.
fig. 52