46
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
de lucht in het interieur worden
verwarmd. Dit geeft snel een
behaaglijk gevoel.
w
+
µ lucht uit de uitstroomopeningen
voor de beenruimten (warmere
lucht) en de lucht-roosters op het
dashboard (koelere lucht).
¥
+
µ lucht uit de uitstroomopeningen
voor de beenruimten en de
luchtroosters voor ontwase-
ming/ontdooiing van de voorruit
en zijruiten voor. Deze lucht-
verdeling zorgt voor een goede
verwarming van het interieur en
voorkomt het eventuele beslaan
van de ruiten.
De ingestelde luchtverdeling wordt aan-
gegeven door een brandend lampje op
de geselecteerde knoppen.
Om de automatische regeling van de
luchtverdeling weer in te schakelen,
moet u de knop AUTO indrukken.
Tijdens de automatische werking kan het
systeem onder bepaalde klimatologische
omstandigheden, lucht naar de voorruit
leiden, waarbij deze luchtverdeling niet
wordt aangegeven door het branden van
het betreffende lampje.
Knop
-
- L
Snelle ontwaseming/ontdooiing van
de voorruit en de zijruiten voor
Als u op de knop
-
drukt, schakelt het
systeem automatisch alle functies in die
noodzakelijk zijn voor het snel ontdooi-
en/ontwasemen van de voorruit en de zij-
ruiten voor, d.w.z. dat het systeem:
❒
de aircocompressor inschakelt wanneer
de klimatologische omstandigheden dit
toestaan;
❒
de luchtrecirculatie uitschakelt;
❒
de maximale luchttemperatuur instelt
(HI);
❒
een aanjagersnelheid inschakelt op basis
van de koelvloeistoftemperatuur;
❒
de luchtstroom naar de voorruit en de
zijruiten voor leidt;
❒
de achterruitverwarming inschakelt.
BELANGRIJK De functie blijft ongeveer 3
minuten ingeschakeld nadat de koelvloei-
stoftemperatuur boven 50°C is gekomen
(benzine-uitvoeringen) of 35°C (dieseluit-
voeringen).
Als de functie is ingeschakeld, gaan het
lampje op de knop
-
en het lampje op de
knop van de achterruitverwarming
(
branden, terwijl het lampje op de knop
AUTO dooft; als de functie is ingescha-
keld, kunnen alleen de aanjagersnelheid en
de uitschakeling van de achterruitver-
warming handmatig worden geregeld.
Om de functie uit te schakelen, moet u
nogmaals de knop
-
of de knop
AUTO drukken.
Knoppen
ÕÔ
- F
Aanjagersnelheid instellen
Als u op de knop
Õ
of
Ô
drukt, wordt
de aanjagersnelheid respectievelijk ver-
hoogd of verlaagd; de aanjagersnelheid
wordt weergegeven door verlichte staaf-
jes op het display.
De aanjager kan worden uitgeschakeld,
maar alleen als u de aircocompressor
hebt uitgeschakeld (knop B).
Om de automatische regeling van de
aanjagersnelheid weer in te schakelen,
moet u de knop AUTO indrukken.
Knoppen
¥wµ
- G H I
Luchtverdeling
handmatig kiezen
Als u deze knoppen indrukt, dan kunt u
een van de vijf mogelijke luchtverdelingen
kiezen:
¥ lucht uit de luchtroosters voor
ontdooiing/ontwaseming van de
voorruit en de zijruiten voor.
w lucht uit de luchtroosters in het
midden en aan de zijkant van het
dashboard voor een koele
luchtstroom op het lichaam en
het gezicht bij warm weer.
µ lucht uit de uitstroomopeningen
voor de beenruimten voor.
Doordat warme lucht opstijgt,
kan in een zo kort mogelijke tijd