49
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
RUITEN REINIGEN
Met de rechter hendel fig. 52 kunt u de
ruitenwissers/-sproeiers en achterruit-
wisser/-sproeier bedienen.
RUITENWISSERS/-SPROEIERS
Deze werken uitsluitend als de contact-
sleutel in stand MAR staat.
De hendel kan in vijf verschillende stan-
den worden gezet (4 snelheidsniveaus):
A ruitenwissers uitgeschakeld.
B wissen met interval.
C langzaam continu wissen.
D snel continu wissen.
E tussenslag (onvergrendelde stand).
In stand E werken de ruitenwissers,
zolang u de hendel met de hand in deze
stand houdt. Als u de hendel loslaat,
springt deze direct weer in stand A en
schakelen de ruitenwissers automatisch
uit.
Snelheidsverlaging van ruitenwis-
sers op basis van de snelheid van
de auto (indien aanwezig)
Als u vaart mindert totdat u stilstaat,
wordt automatisch de snelheid van de
ruitenwissers een stand verlaagd
(bepaalde uitvoeringen); de wisfrequen-
tie wordt automatisch weer hersteld als
de snelheid van de auto boven 10 km/h
komt. U kunt altijd handmatig de snel-
heid van de ruitenwissers wijzigen.
“Intelligente wis-/wasregeling”
Als u de hendel naar het stuur trekt
(onvergrendelde stand), schakelen de
ruitensproeiers in.
Als u de hendel aangetrokken houdt, dan
worden in een beweging de ruitenwis-
sers/-sproeiers ingeschakeld; de ruiten-
wissers schakelen automatisch in als u de
hendel langer dan een halve seconde
aangetrokken houdt. De ruitenwissers
blijven nog enkele slagen werken, nadat
u de hendel loslaat; na enige seconden
volgt nog een “reinigingsslag”.
“FOLLOW ME HOME” SYSTEEM
Met dit systeem kan de ruimte voor de
auto een bepaalde tijd worden verlicht.
Inschakelen
U schakelt deze functie in door de con-
tactsleutel in stand STOP te draaien of
uit te nemen en de linker hendel binnen
2 minuten na het uitzetten van de motor
naar het stuur te trekken.
Telkens als u de hendel bedient, blijft de
verlichting 30 seconden langer branden,
tot een maximum van 210 seconden;
hierna schakelt de verlichting automa-
tisch uit.
Telkens als de hendel wordt bediend,
gaat het controlelampje
3
op het in-
strumentenpaneel branden en verschijnt
op het display de tijd dat de functie actief
blijft.
Het lampje gaat branden als de hendel
voor het eerst bediend wordt en blijft
branden totdat de functie automatisch
wordt uitgeschakeld. Telkens als de hen-
del wordt bediend, wordt alleen de
inschakeltijd van de verlichting verlengd.
Uitschakelen
Houd de hendel langer dan 2 seconden
naar het stuur getrokken.