89
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
VAN DE AUTO
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENINGS-
KNOPPEN
PLAFONDVERLICHTING
PLAFONDVERLICHTING VOOR
Met kantelbaar lampenglas
Het lampje gaat automatisch branden als u een van de voorportieren
opent en dooft als het betreffende portier wordt gesloten.
Bij gesloten portieren kunt u het lampje in- en uitschakelen door op de
korte zijde te drukken, zoals afgebeeld.
Met spotjes
Met de schakelaar (A) kunnen de plafondlampjes worden in- en
uitgeschakeld.
Schakelaar (B) regelt de werking van de spotjes.
Met de schakelaar (A) in het midden worden de lampen (C) en (D) in-
/uitgeschakeld bij het openen/sluiten van de portieren.
Met de schakelaar (A) naar links geschoven, zijn de lampen (C) en (D)
uitgeschakeld en gaan niet branden bij het openen van de portieren.
Met schakelaar (A) naar rechts geschoven, blijven de lampen (C) en (D)
branden, ongeacht het openen/sluiten van de portieren.
Op enkele uitvoeringen wordt de verlichting geleidelijk in-/uitgeschakeld.
F0I0088m
F0I0089m