91
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
VAN DE AUTO
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENINGS-
KNOPPEN
BEDIENINGSORGANEN
WAARSCHUWINGSKNIPPERLICHTEN
Inschakelen: druk op de schakelaar
r
, ongeacht de stand van de
contactsleutel.
Als het systeem is ingeschakeld, knippert het lampje in de schakelaar.
Gelijktijdig gaan op het instrumentenpaneel de controlelampjes
Î
en
¥
branden.
Uitschakelen: Druk opnieuw op de schakelaar.
MISTLAMPEN VOOR (indien aanwezig)
Inschakelen: druk bij ingeschakelde buitenverlichting op knop
5
.
Uitschakelen: druk de knop nogmaals in
MISTACHTERLICHT
Inschakelen: druk bij ingeschakeld dimlicht op knop
4
.
Uitschakelen: druk de knop nogmaals in.
ACHTERRUITVERWARMING
Inschakelen: druk op de knop
(
. De achterruitverwarming schakelt na
ongeveer 20 minuten automatisch uit.
ATTENTIE
Het gebruik van de waarschuwingsknipperlichten is afhankelijk van de wetgeving
van het land waarin u zich bevindt. Houdt u aan de voorschriften.
F0I0076m