20
HOOGTEVERSTELLING
VOORSTE
VEILIGHEIDSGORDELS
Pas de hoogte van de
veiligheidsgordel aan het lichaam van
de passagier aan. Dit reduceert het
risico op verwondingen bij een
ongeval aanzienlijk.
De gordel is goed afgesteld als hij
halverwege tussen de nek en het
uiteinde van de schouder ligt.
Afhankelijk van de versie, zijn er
maximaal 5 standen beschikbaar fig. 22:
Omhoog: verplaats de ring B naar de
gewenste stand.
De hoogte van de
veiligheidsgordels mag
alleen ingesteld worden bij
stilstaande auto.
WAARSCHUWING
VEILIGHEIDSGORDELS
GEBRUIK VAN DE
VEILIGHEIDSGORDELS fig. 21
Pak, om de gordel om te leggen, de
gesp A en steek deze in de sluiting B,
totdat de klik van het vergrendelen
wordt gehoord.
Trek voorzichtig aan de gordel. Als
tijdens het uittrekken de gordel blijft
blokkeren, laat hem dan een stukje
teruglopen en trek hem vervolgens
langzaam uit.
fig. 21
F0X0022m
Druk, om de gordel los te maken,
op de knop C. Begeleid de gordel
tijdens het teruglopen met de hand,
zodat hij niet draait. Via de
oprolautomaat past de gordel zich
automatisch aan het lichaam van de
passagier aan, waarbij voldoende
bewegingsvrijheid wordt gelaten.
De oprolautomaat kan blokkeren als
de auto op een steile helling staat:
dit is volkomen normaal.
Bovendien blokkeert de
oprolautomaat als de gordel snel
word uitgetrokken of bij hard
remmen, botsingen en bij bochten
die op hoge snelheid worden
genomen.
Voor optimale
bescherming moet de
rugleuning rechtop gezet
worden, moet men goed tegen
de rugleuning aanzitten en
moet de gordel goed aansluiten
op de borst en het bekken.
WAARSCHUWING