22
ALGEMENE
WAARSCHUWINGEN VOOR
HET GEBRUIK VAN DE
VEILIGHEIDSGORDELS
De bestuurder moet zich aan alle
plaatselijke wettelijke voorschriften
met betrekking tot de verplichting
en de manier waarop de gordel
wordt gebruikt houden en moet ook
de inzittenden deze voorschriften
doen naleven. Leg de
veiligheidsgordel altijd om alvorens
weg te rijden.
fig. 25
F0X0029m
Voor maximale
bescherming moet de
rugleuning rechtop gezet
worden, moet men goed tegen
de rugleuning aanzitten en
moet de gordel goed aansluiten
op de borst en het bekken.
Draag altijd veiligheidsgordels,
zowel voor- als achterin! Rijden
zonder veiligheidsgordels doet
bij ongeval het risico op
ernstige verwondingen
toenemen en kan zelfs de dood
tot gevolg hebben.
WAARSCHUWING
Zorg dat de gordelband
nooit gedraaid is. Het
bovenste gordelgedeelte moet
over de schouder en schuin
over de borst liggen. Het
onderste gordelgedeelte moet
over het bekken en dus niet
over de buik liggen, om te
voorkomen dat de inzittende
eronder vandaan schuift
fig. 25. Gebruik geen
voorwerpen (wasknijpers,
klemmen, enz.) die een goede
aansluiting van de gordel op
het lichaam verhinderen.
WAARSCHUWING