Noot:
Aangezien er „hoge en lage pols“ mensen zijn, kunnen de
individuele optimale pulszones (aerobe zone, anaërobe zone)
in individuele gevallen afwijken van die van het algemene
publiek (doelpulsdiagram).
In deze gevallen moet de training gebaseerd zijn op indi-
viduele ervaring. Als beginners dit fenomeen tegenkomen,
moet een arts vóór de training worden geraadpleegd om de
geschiktheid voor de training te controleren.
7.4 Trainings Controle
Pulsgestuurde training, die is gebaseerd op de individuele
maximale puls, is het meest zinvol, zowel medisch als in ter-
men van trainingsfysiologie.
Deze regel is van toepassing op zowel beginners, ambitieuze
recreatieve sporters als professionals. Afhankelijk van het
trainingsdoel
en prestatieniveau wordt getraind met een bepaalde inten-
siteit van de individuele maximale puls (uitgedrukt in procent-
punten).
Om cardiovasculaire training effectief te ontwerpen volgens
sportmedische criteria, raden we een trainingspuls aan van
70% - 85% van de maximale pols. Let op het volgende doel-
hartslagdiagram.
Meet uw polsslag op de volgende tijden:
1. Voor de training = hartslag in rust
2. 10 minuten na het begin van de training = training /
trainingspuls
3. Een minuut na de training = herstelpuls
Tijdens de eerste weken wordt het aanbevolen om er
een te gebruiken. Polsslag bij de ondergrens van de trai-
ningspuls Zone (ongeveer 70%) of lager.
Intensiveren in de komende 2-4 maanden Voer de training
geleidelijk uit totdat u de bovenkant bereikt bereik de trai-
ningspulszone (ongeveer 85%), maar zonder uzelf te over-
weldigen.
Verspreid zelfs als u in goede training bent altijd losse
eenheden, in de onderste aerobic. Gebied in uw trainings-
programma om u te helpenvoldoende regenereren. „Goede“
training betekent altijd een intelligente training, die de
Regeneratie op het juiste moment. Anders is er overtraining,
wat de oorzaak is Je vorm verslechtert.
Elke stressvolle trainingssessie in de bovenste polsge-
bied van individuele prestaties moet in de vervolgtraining
altijd een regeneratieve training Volg het apparaat in het
onderste pulsbereik (tot 75% van de maximale puls).
Note:
Because there are persons who have „high“ and „low“
pulses, the individual optimum pulse zones (aerobic zone,
anaerobic zone) may differ from those of the general public
(target pulse diagram).
In these cases, training must be configured according to indi-
vidual experience. If beginners are confronted with this phe-
nomenon, it is important that a physician will be consulted
before starting training, in order to check health capacity for
training.
7.4 Training control
Both medically and in terms of training physiology, pulse-
controlled training makes most sense and is orientated on
the individual maximum pulse.
This rule applies both to beginners, ambitious recreational
athletes and to pros. Depending on the goal of training and
performance status, training is done at a specific intensity of
individual maximum pulse (expressed in percentage points).
In order to effectively configure cardio circulatory training
according to sport-medical aspects, we recommend a trai-
ning pulse rate of 70% - 85% of maximum pulse. Please
refer to the following target pulse diagram.
Measure your pulse rate at the following points in time:
1. Before training = resting pulse
2. 10 minutes after starting training = training / working pulse
3. One minute after training = recovery pulse
During the first weeks, it is recommended that training
will
be done at a pulse rate at the lower limit of the training
pulse zone (approximately 70 %) or lower.
During the next 2 - 4 months, intensify training stepwise
until you reach the upper end of the training pulse zone
(approximately 85 %), but without overexerting yourself.
If you are in good training condition, disperse easier
units in the lower aerobic range here and there in the
training program so that you regenerate sufficient-
ly. „Good“ training always means training intelligently,
which includes regeneration at the right time. Otherwise
overtraining results and your form degenerates.
Every loading training unit in the upper pulse range of
individual performance should always be followed in
subsequent training by a regenerative training unit in the
lower pulse range (up to 75 % of the maximum pulse).
21