3. Start de motor.
Alle auto's
Wacht even wanneer de motor niet binnen
15 seconden aanslaat, en probeer het
opnieuw.
Is de motor na drie startpogingen nog niet
aangeslagen, wacht dan tien seconden en
ga te werk zoals is beschreven onder
Verzopen motor.
Levert het starten bij temperaturen lager
dan -25°C problemen op, druk het
gaspedaal dan ¼ tot ½ van de pedaalslag
in en probeer het opnieuw.
Verzopen motor
Auto's met handgeschakelde
versnellingsbak
1. Druk het koppelingspedaal volledig in.
2. Druk het gaspedaal volledig in en houd
het ingedrukt.
3. Start de motor.
Auto's met automatische transmissie
1. Schakel park of neutral in.
2. Druk het gaspedaal volledig in en houd
het ingedrukt.
3. Druk het rempedaal volledig in.
4. Start de motor.
Alle auto's
Slaat de motor niet aan, herhaal dan de
startprocedure zoals beschreven onder
Koude of warme motor.
Stationair toerental na het starten
Het stationaire toerental waarmee de
motor direct na het aanslaan draait, is
afhankelijk van de motortemperatuur.
Wanneer de motor koud is, wordt het
stationaire toerental automatisch
verhoogd om de katalysator zo snel
mogelijk op temperatuur te brengen.
Hierdoor wordt de uitlaatgasemissie van
de auto tot een absoluut minimum
beperkt.
Het stationaire toerental neemt langzaam
tot normaal af zodra de katalysator
opwarmt.
EEN DIESELMOTOR STARTEN
Koude of warme motor
Alle auto's
N.B.: Wanneer de temperatuur lager is dan
-15°C, mag u de startmotor 25 seconden
achtereen inschakelen. Wanneer de auto
frequent wordt gebruikt bij dergelijk lage
temperaturen raden wij aan een
verwarmingselement in het motorblok te
laten monteren.
N.B.: Schakel de startmotor in totdat de
motor aanslaat.
N.B.: U kunt de startmotor per startpoging
slechts maximaal 30 seconden inschakelen.
Zet het contact aan en wacht tot
de controlelamp van het
voorgloeisysteem uitgaat.
Auto's met handgeschakelde
versnellingsbak
N.B.: Raak het gaspedaal niet aan.
1. Druk het koppelingspedaal volledig in.
2. Start de motor.
3. Slaat de motor niet aan, trap dan het
rempedaal en het koppelingspedaal
volledig in en probeer het opnieuw.
Auto's met automatische transmissie
1. Schakel park of neutral in.
76
Motor starten en stoppen