32
p Fotograferen met de Functie Photo
S ISO-EQUIVALENTE GEVOELIGHEID
1 2
3
1 2
3
1 Zet de cameraschakelaar in de stand “
q
”
(Fotograferen).
2 Zet de functieknop in de stand Stilstaande beel-
den.
3 Druk op de knop Photo functie
p
.
De hoge ingestelde ISO-equivalente waarde blijft
gehandhaafd, ook als u de cameraschakelaar of de func-
tieknop verstelt.
1 Selecteer de functie “
S
” door op “d” of “c” te
drukken en kies de gewenste instelling met “
a” of
“
b”.
2 Bevestig de gemaakte instelling door op de
"MENU/OK"-knop te drukken.
3 De geselecteerde ISO-equivalente gevoeligheid
wordt aangegeven in de LCD-monitor (behalve
wanneer de instelling AUTO is geselecteerd).
● Instellingen
”
B
”: AUTO; 400; 800
P, S, A, M, SP: 200; 400; 800
! Selecteert u als beeldkwaliteit CCD-RAW (zie blz. 76), dan
kunt u alleen de gevoeligheden “200” en “400” instellen.
! Hoewel u met een hogere gevoeligheid ook bij weinig licht
kunt fotograferen, neemt daarbij ook het aantal stippen in
het beeld toe. Ook kunnen in opnamen zoals een nachte-
lijke hemel strepen ontstaan.
Kies de gevoeligheid die het beste op de fotografische con-
dities aansluit.
Kiest u als ISO-equivalente gevoeligheid AUTO, dan kiest
de camera automatisch de gevoeligheid die het beste bij
de helderheid van het onderwerp past.
De ISO-equivalente gevoeligheid AUTO kunt u selecteren
vanuit de fotografische functie “AUTO”.
Fotograferen met hoge gevoeligheid (800)
Selecteert u een hoge gevoeligheid (800), dan wordt
automatisch beeldkwaliteit “
1
” ingesteld.
! Met beeldkwaliteit CCD-RAW is fotograferen met hoge
gevoeligheid (800) niet mogelijk (zie blz. 76).
! Stelt u een hoge gevoeligheid in, dan neemt, voordat de
opname wordt gemaakt, de hoeveelheid ruis (interferentie)
in het in de LCD-monitor getoonde beeld toe. Dat is nor-
maal en wijst niet op een fout.
! Digitaal zoomen in combinatie met fotograferen met hoge
gevoeligheid is niet mogelijk.
◆ Kwaliteitsinstelling in de stand hoge gevoeligheid (800) ◆
Is de camera ingesteld op fotograferen met hoge gevoeligheid (zie blz. 30 – 31) en probeert u een ande-
re kwaliteit dan “1
” in te stellen, dan begint het functiepictogram “^” te knipperen, ten teken dat u geen
andere kwaliteit kunt instellen.
1
2