31
NL
Vastzetten met de spike (Afb. F)
1. Voer de spike 1van boven af in de opening van de krans 2en
schroef de krans / spike met de opname 5vast.
2. Steek de spike tot de aanslag in bijv. een met grind gevulde bloempot.
Aanwijzing: Het vastzetten van de regensensor in de grond is af
te raden, omdat door bij regen opspattende aarde de regensensor
minder exact zal werken. Let daarbij op een verticale positie (90°)
van de regensensor (Afb. F 3).
Montagemogelijkheden met de krans 2(Afb. F 4)
1. De regensensor kan als alternatief op een vaste ondergrond, bijv.
op het dak van het huis, op een paal of plaat geschroefd worden:
Schroef de krans 2zonder spike op de opname 5.
2. Bevestig de regensensor met twee schroeven bijv. op een plaat of
andere vaste ondergrond.
Aanwijzing: Let daarbij op een verticale positie (90°) van de
regensensor.
Besturing van een besproeiingsinstallatie (art. nr. 1242 / 9 V) met
meerdere besproeiingssectoren via een regensensor (Afb. I)
Bij automatische besturing van een besproeiingsinstallatie met meerdere
besproeiingssectoren bestaat de mogelijkheid de neerslag centraal via
een regensensor in de besturing te betrekken.
Daartoe wordt voor de gehele installatie een centrale GARDENA ventiel-
box B, art. nr. 1254, geschakeld en met de regensensor Cverbonden
(zie afb. I). Let er daarbij op, dat de besproeiingstijden van de voor de
diverse besproeiingssectoren geschakelde beregeningsventielen overeen-
komen met de besproeiingstijden van de centrale ventielbox.
Voorbeeld:
De diverse beregeningsventielen zijn als volgt geprogrammeerd:
Besproeiings- Besproeiings- Besproeiings-
starttijd duur dagen
Beregeningsventiel a 18:00 u 30 minuten elke dag
Beregeningsventiel b 20:00 u 20 minuten elke 2e dag
Beregeningsventiel c 22:00 u 1 uur elke 3e dag
Beregeningsventiel d 24:00 u 1 uur dagelijks