71
N
70
N
7. Minuten van de besproeiingsduur met de ▲-toets instellen
(bijv. 1100minuten) en met de O.K.-toets bevestigen.
Besproeiingscyclus
■3rd
knippert in het display.
8. (a) Besproeiingscyclus met de ▲-toets kiezen (bijv. ■2nd)
en met de O.K.-toets bevestigen.
(2nd /3rd :besproeiing om de 2 / 3 dagen)
Het display springt terug naar stap 3 en de volgende
programmageheugenplaats knippert.
– of –
8. (b) Besproeiingsdagen steeds met de ▲-toets kiezen
(bijv. ■Mo, ■Fr maandag en vrijdag) en met de O.K.-toets
bevestigen. ▲-toets zo vaak indrukken tot de ■boven Su
verdwijnt.
Het display springt terug naar stap 3 en de volgende
programmageheugenplaats knippert.
Als het programma op de programmageheugenplaats 6 is gezet
springt het display op de weergave Besproeiingsprogramma’s
activeren.
7.
8. (a)
8. (b)
3. Programmageheugenplaats met de ▲-toets kiezen
(bijv. Prog. 3 ■programma 3) en met de O.K.-toets bevestigen.
ssttaarrttttiimmee
en de urenweergave knipperen op het display.
4. Besproeiingstijd-uren met de ▲-toets instellen (bijv. 66uur)
en met de O.K.-toets bevestigen.
ssttaarrttttiimmee
en de minutenweergave knipperen op het display.
5. Besproeiingsstarttijd-minuten met de ▲-toets instellen
(bijv. 2200minuten) en met de O.K.-toets bevestigen.
RRUUNN TTIIMMEE
en de uren van de besproeiingsduur knipperen
in het display.
6. Uren van de besproeiingsduur met de ▲-toets instellen
(bijv. 00uur) en met de O.K.-toets bevestigen.
RRUUNN TTIIMMEE
en de minuten van de besproeiingsduur knipperen
in het display.
3.
4.
5.
6.