Temperatuurregeling – CustomCool
™
-modellen.
(zie volgende pagina voor andere modellen)
216
De bedieningselementen voor temperatuurregeling zijn door de fabrikant
ingesteld op 3°C voor het koelgedeelte en op –18°C voor het diepvriesgedeelte.
Laat de temperatuur zich gedurende 24 uren stabiliseren totdat de vooraf
ingestelde aanbevolen temperaturen zijn bereikt.
De bedieningselementen voor temperatuurregeling kunnen zowel de
INGESTELDE als de eigenlijke temperatuur in het koel- en het
diepvriesgedeelte weergeven. De werkelijke temperatuur kan lichtjes
verschillen van de INGESTELDE temperatuur, afhankelijk van het gebruik
en de omgeving waar de koelkast staat opgesteld.
Indien een van de bedieningselementen of beide op 0 (off – uit) staat, wordt de
koeling in zowel het koelgedeelte als het vriesvak stopgezet, maar wordt de
stroomtoevoer naar de koelkast niet uitgeschakeld.
N.B.: Wanneer u de koelkast koopt, zijn de bedieningselementen voor de
temperatuurregeling bedekt met een plastic beschermlaagje. Verwijder het
laagje nu, indien het tijdens de installatie al niet werd verwijderd.
Wijzigen van de temperatuur:
druk op de toetsen + of –
en laat ze los. Het lampje naast
SET
(instelling) gaat
branden en op het scherm verschijnt de ingestelde
temperatuur. Om de temperatuur te wijzigen, drukt u
op de toets + of – totdat de gewenste temperatuur
wordt weergegeven. De temperatuur van het
koelgedeelte kan worden afgesteld op een waarde die
tussen 1°C en 7°C ligt en die van het diepvriesgedeelte
op een waarde tussen –21°C en –14°C.
Zodra de gewenste temperatuur is ingesteld, wordt
na 5 seconden op het scherm opnieuw de werkelijke
temperatuur in het koel- en het diepvriesgedeelte
weergegeven. Verschillende aanpassingen kunnen
nodig zijn. Telkens als u de bedieningselementen
afstelt, moet u 24 uren wachten voordat de koelkast
de ingestelde temperatuur bereikt.
Uitschakelen van het koelsysteem:
druk op de toets +
voor het koel- of het diepvriesgedeelte totdat op het
scherm
0
(off – uit) verschijnt.
Om de koelkast opnieuw
in te schakelen,
drukt u op de toets – voor het koel- of
het diepvriesgedeelte. Het lampje naast
SET
(instelling)
gaat branden aan de kant die u hebt gekozen. Druk
vervolgens opnieuw op de toets – (aan de kant waar
het
SET
-lampje brandt). De temperatuur zal worden
ingesteld op de vooraf ingestelde waarden van
–18°C
voor het diepvriesgedeelte en
3°C
voor het koelgedeelte.
Indien een van de twee of beide bedieningselementen
op
0
(off – uit) worden ingesteld, wordt de koeling in
zowel het koelgedeelte als het vriesvak stopgezet, maar
wordt de stroomtoevoer naar de koelkast niet
uitgeschakeld.
Grenzen omgevingstemperatuur
Deze koelkast is bedoeld voor werking bij omgevingstemperaturen die afhangen van de
op de typeplaat vermelde temperatuurklasse.
Omgevingstemperatuur
Temperatuurklasse Symbool Maximum Minimum
Gematigd –
lang SN 32°C 10°C
Gematigd N 32°C 16°C
Subtropisch ST 38°C 18°C
Tropisch T 43°C 18°C
N.B.: De temperatuur in de koelkast kan worden beïnvloed door factoren zoals de plaats van de koelkast, de
omgevingstemperatuur en het aantal keren dat de deur wordt geopend. Stel zo nodig de temperatuurregeling
af ter compensatie van die factoren.