217
Temperatuurregeling.
De bedieningselementen voor temperatuurregeling zijn door de fabrikant ingesteld op 5
zowel voor het koelgedeelte als voor het diepvriesgedeelte.
Druk op de knop WARMER of COLDER (kouder) aan de kant van het vriesgedeelte of
aan de kant van het koelkastgedeelte om de setpoint-temperatuur aan te passen. Het
setpointlampje gaat nu branden. Druk op WARMER of COLDER (kouder) tot de gewenste
instelling is bereikt.
Verschillende aanpassingen kunnen nodig zijn. Telkens als u de bedieningselementen
afstelt, moet u 24 uren wachten voordat de koelkast de gekozen instelling bereikt.
Indien een van de twee of beide bedieningselementen op 0 (off – uit) worden ingesteld,
wordt de koeling in zowel het koelgedeelte als het vriesvak stopgezet, maar wordt de
stroomtoevoer naar de koelkast niet uitgeschakeld.
De instellingen variëren en hangen af van uw persoonlijke voorkeur, het gebruik en de
bedrijfsomstandigheden en kunnen eventueel meer dan eenmaal moeten worden
veranderd.
N.B.: Wanneer u de koelkast koopt, zijn de bedieningselementen voor de
temperatuurregeling bedekt met een plastic beschermlaagje. Verwijder het laagje nu,
indien het tijdens de installatie al niet werd verwijderd.