16
Spelvoorbereiding
Het spel wordt in de doos gespeeld. Haal eerst alles behalve de inleg-
stukken uit de bodem van de doos.
Draai het deksel van de doos om en
plaats de bodem erin.
De vier elastiekjes zoals afgebeeld om
de open doos spannen: De roze
elastiekjes over de roze merktekens
spannen die op de bodem van de doos
staan afgebeeld. Span de rod
elastiekjes over de rod merktekens.
Knel moeder Spin zodanig tussen de
elastiekjes, dat zij zo veel mogelijk
waterpas in het spinnenweb „hangt”.
Opgelet: hoe dieper moeder Spin in het
web hangt, hoe moeilijker het spel is.
Leg de 25 spinnenkinderen op enige afstand van de doos en houd de
dobbelsteen klaar.
Spelverloop
Wie als laatste een spin heeft gezien, mag beginnen. Kunnen jullie het
niet eens worden? Dan begint de jongste speler met de dobbelsteen.
Wat is er op de dobbelsteen te zien?
• En geel of rood spinnenkind
Pak een van de spinnenkinderen van de bijbehorende kleur, die naast
de doos liggen. Leg het voorzichtig op moeder Spin. Je mag het
spinnenkind direct op moeder Spin of op een spinnenkind dat daar al
ligt, leggen.
Voorzichtig: leg het spinnenkind zodanig op moeder Spin, dat er
geen ander spinnenkind naar beneden valt, noch dat moeder Spin uit
het web valt.
Als er geen enkel spinnenkind meer van de bijbehorende kleur naast
de doos ligt, hoef je er ook geen op moeder Spin te leggen.
bodem v/d doos in
het deksel leggen
elastiekjes om de
doos spannen
moeder Spin in
elastiekjes klemmen
alle spinnenkinderen
en dobbelsteen
klaarleggen
1 x gooien
rood of geel
spinnenkind =
bijbehorende spin
pakken en op
moeder Spin leggen
geen bijbehorende
spin meer =
volgende speler