28
Spel 1: Klein spoken-ABC
Wie stempelt als eerste twee spookwoorden en wint het spel?
Spelvoorbereiding
Het speelbord in het midden van de tafel plaatsen. In het kader op het
speelbord een leeg DIN-A4-vel leggen.
Daarna steken jullie ...
• in vier spookdozen telkens 5 willekeurige letterstempels en
• in 1 spookdoos telkens 6 willekeurige stempels.
Daarna sluiten jullie de dozen.
De spookkaarten schudden. Ieder kind ontvangt een spookkaart en legt
deze open voor zich neer. De overgebleven kaarten op een gedekte stapel
naast het speelbord leggen.
Ten slotte het stempelkussen openen en voor iedereen goed bereikbaar
op tafel zetten.
Spelverloop
Het kind met de kortste voornaam mag beginnen. Als er meerdere even
korte voornamen zijn dan begint het jongste kind.
Je mag één van de spookdozen uitkiezen, openmaken en erin kijken
zonder dat iemand anders de inhoud kan zien. Vergelijk de letters in de
doos met de eerste letter van het begrip op je eigen kaart.
• Zit de eerste letter niet in de doos?
Helaas! Je mag jammer genoeg geen letter stempelen.
•De eerste letter van jouw begrip zit in de doos?
Goed zo! Je mag de letter uit de doos pakken. Zoek een plek op het
vel uit en stempel de letter op het papier.
Nu mag je ook nog ’ns controleren of de tweede letter eveneens in de
doos zit. In dat geval mag je deze ook stempelen.
Belangrijk:
• Je moet de letters altijd in de juiste volgorde vinden.
• Je mag alle letters van een doos stempelen zolang deze in de juiste
volgorde en zonder open plaatsen gestempeld kunnen worden.
als eerste twee
spookwoorden
stempelen
speelbord met DIN-
A4-vel in het midden
van de tafel,
dozen gesloten
klaarleggen,
per kind een
spookkaart uitdelen
stempelkussen klaar
houden
spookdoos uitkiezen
en openmaken
geen bijpassende
letter = doos
terugleggen,
bijpassende letter in
doos = stempelen