BEDIENING
VOORZORGEN VOOR VEILIG GEBRUIK
DE MOTOR STARTEN
CHOKESTANG
BEDIENINGSHENDEL
STOP
STOP
BEDIENINGSHENDEL
TTrreekkrriicchhttiinngg
HANDGREEP STARTKOORD
DICHT
(GESLOTEN)
DDIICCHHTT
((GGEESSLLOOTTEENN))
SNEL
(FAST)
LANGZAAM
(SLOW)
LANGZAAM
(SLOW)
AAN
(ON)
AAAANN
((OONN))
Lees bij de ingebruikname van de motor de paragraaf met
VEILIGHEIDSINFORMATIE
door op pagina en de
GEBRUIKSCONTROLES
VOORAF
op pagina .
Koolmonoxidegas is giftig. Het inademen ervan kan leiden
tot bewusteloosheid en zelfs de dood.
Kom niet in ruimten of bij werkzaamheden die u blootstellen
aan koolmonoxide.
Lees de instructies die bij de apparatuur aangedreven door deze motor zijn
meegeleverd en let op veiligheidsvoorzorgen die u in acht moet nemen bij
het starten, uitschakelen of gebruik van de motor.
Verzet de bedieningshendel.
Regelhendel met motorstopfunctie:
Druk de regelhendel van de SLOW stand ongeveer 1/3 in de richting van
de FAST stand.
Druk de regelhendel naar de ON stand.
Regelhendel met uitsluitend motorstopfunctie:
Trek iets aan de starterhandgreep totdat u weerstand voelt en trek dan
snel en stevig in de pijlrichting zoals hieronder getoond. Laat het
startkoord rustig terugrollen.
Laat de starterhandgreep niet terugslaan tegen de motor. Laat het
startkoord langzaam terugrollen om schade aan de starter te voorkomen.
Gebruik de motor niet op hellingen van meer dan 20°.
Trek de chokestang in de stand GESLOTEN.
De choke niet gebruiken, wanneer de motor warm of de temperatuur van
de lucht hoog is.
1.
3.
2.
33
34
GEBRUIKSCONTROLES VOORAFFUNCTIE
IS UW MOTOR GEBRUIKSKLAAR?
Controleer de algehele conditie van de motor
Controleer de motor
OIL ALERT SYSTEEM (betreffende uitvoeringen)
Voor uw eigen veiligheid en voor een maximale levensduur van uw
apparatuur, is het van groot belang om voordat u de motor aanzet steeds
even tijd te nemen en de conditie van de motor te controleren. Los
vervolgens een eventueel gevonden probleem op of laat uw
onderhoudsdealer dit verhelpen voordat u de motor weer gebruikt.
Als u onderhoud aan deze motor verkeerd uitvoert of een
storing niet verhelpt voordat u de motor gebruikt, kunt u een
defect veroorzaken waarbij u ernstig of dodelijk letsel
oploopt.
Voer voorafgaand aan elk gebruik steeds een controle uit en
verhelp een eventueel gevonden probleem.
Controleer altijd de volgende punten voordat u de motor start:
Kijk rondom en onder de motor of u sporen ziet van olie- en
benzinelekkage.
Verwijder een teveel aan vuil of rommel, vooral rondom de
uitlaatdemper en de terugloopstarter.
Let op tekenen van schade.
Controleer of alle afschermkappen en deksels op hun plaats zitten en of
alle moeren, bouten en schroeven stevig vast zitten.
Controleer het brandstofniveau (zie pagina ). Door al te beginnen met
een volle tank zorgt u dat u nauwelijks of geen werkonderbrekingen
heeft om bij te moeten tanken.
Het Oil Alert-systeem is bedoeld om motorschade te voorkomen als gevolg
van een te geringe hoeveelheid olie in het carter. Al voordat het oliepeil in
het carter beneden een veilig niveau daalt, zet het Oil Alert-systeem
automatisch de motor uit.
Controleer het motorolieniveau (zie pagina ) zodra de motor uitschakelt
en niet wil starten, voordat u naar andere oorzaken gaat zoeken.
Zorg dat de motor horizontaal staat en is uitgezet voordat u de
gebruikscontrole verricht.
Neem de instructies door die bij de apparatuur aangedreven door
deze motor is meegeleverd en let op voorzorgen en procedures die u
hoort te volgen voordat u de motor start.
Controleer de apparatuur die door deze motor wordt aangedreven.
Controleer het luchtfilterelement (zie pagina ). Een vervuild
luchtfilterelement belemmert de luchtstroming naar de carburateur,
zodat de motor minder goed presteert.
Het Oil Alert systeem (betreffende uitvoeringen) zorgt dat de motor
automatisch uitschakelt voordat het olieniveau daalt tot beneden een
veilige grenswaarde. Om echter het ongemak van onverwacht
uitschakelen te vermijden, is het beter het motorolieniveau altijd te
controleren voordat u de motor start.
Controleer het motorolieniveau (zie pagina ). Als de motor draait met
een te laag olieniveau, kan er motorschade ontstaan.
1.
2.
3.
4.
1.
2.
3.
4.
36
36
36
37
2col_GC135_160_297x210_ORIZ_27lug09:297x210 (303x216) 25/09/09 13:04 Pagina 34