3
Installatievolgorde
1. Installeer de RF Portals.
2. Configureer de RF Portals en pas het aantal virtuele RIO’s aan.
3. Programmeer de draadloze zones en leer de serienummers van de detectors in.
4. Leer de keyfobs voor de vereiste gebruikers in.
5. Het systeem is gereed voor gebruik.
Installeren van een systeem met RF Portals
Het adres van de portals instellen
Elke RF Portal op een bepaalde databus moet een uniek adres krijgen voordat de module aangesloten
wordt. Dit kan met behulp van de adresschakelaar op de printplaat. Elk adres in het bereik 0-15 kan
worden gebruikt. Dit adres staat los van adressen van andere soorten modules. Een RF Portal kan
bijvoorbeeld hetzelfde adres hebben als een RIO of bediendeel, maar niet als een andere RF Portal.
Bedrading
De RF Portals moeten worden aangesloten op de RS485-databus van het Dimension-paneel. Hierbij
moeten de bedradingsvereisten van het paneel in acht worden genomen. Raadpleeg voor meer informatie
de bedradingsinstructies bij de RF Portal.
Portals configureren in het systeem
Wanneer de portals zijn aangesloten, start u het systeem opnieuw op of verlaat u de installateurmode.
De nieuwe modules worden nu herkend door het systeem.
Virtuele RIO’s
Naast de aangesloten RF Portals, wijst het systeem ook enkele virtuele RIO’s toe.
Opmerkingen
• De virtuele RIO’s zijn uitsluitend bedoeld voor het toewijzen van zones voor de draadloze detectors.
• De adressen van virtuele RIO’s zijn niet gerelateerd aan de RF Portal-adressen.
• Het adres van de virtuele RIO bestaat uit het eerstvolgende vrije adres in het systeem.
• Het systeem wijst bij de configuratie van een RF Portal in eerste instantie adressen van twee virtuele
RIO’s toe.
• Het nummer en de adressen van de virtuele RIO kunnen indien nodig handmatig worden gewijzigd,
in het menu 51.60.1=RF Adres.
• De zones die zijn toegewezen voor draadloze detectors kunnen afzonderlijk worden bekeken in
Menu 52.2=RF Zones.