NEDERLANDS
Klem .6 Openercontact max. contact-
Klem .5 gemeenschappelijk belasting:
contact 2,5 A / 30 V DC
Klem .8 Sluitercontact 500 W / 250 V AC
Aanwijzing
De aan klem 5 beschikbare spanning van ca. + 24 V kan
niet voor de voeding van een lamp worden gebruikt!
4 Inbedrijfstelling van de aandrijving
4.1 Normale bediening
De garagedeuraandrijving werkt bij normale bediening
met impulsbesturing die via een externe drukknop of
een geprogrammeerde handzendertoets geactiveerd
wordt:
1e impuls: de deur loopt in de richting van een eindpositie.
2e impuls: de deur stopt.
3e impuls: de deur loopt in tegengestelde richting.
4e impuls: de deur stopt.
5e impuls: de deur loopt in de richting van de eindpositie
die bij de 1e impuls gekozen werd.
enz.
De aandrijvingsverlichting brandt tijdens de deurbe-
weging en dooft automatisch na 3 minuten.
4.2 Algemeen
De aandrijving bevat negen menu´s waarmee de gebruiker
talrijke functies kan kiezen. Alleen de cyclus moet nog
aangeleerd worden. Menu 1 (leermodus) en menu 2 (aan-
drijvingsverlichting) zijn menu´s voor de gebruiker. Menu´s
3 - 9 zijn servicemenu´s en alleen te wijzigen indien dit
nodig is. Bij de eerste inbedrijfstelling schakelt de bestu-
ring automatisch over op de leermodus. Na afsluiting
van de leercyclus of na 60 seconden volgt steeds een
automatische schakeling op menu 0 (normale bediening).
4.3 Menukeuze
De menukeuze wordt met de PRG-toets doorgevoerd.
Door te drukken op deze toets wordt automatisch op
het volgend menu overgeschakeld. Na het bereiken van
menu 9 wordt weer overgeschakeld naar menu 0.
4.4 Inbedrijfsstelling
4.4.1 Klantenmenu´s: menu 1 (leermodus)
Bij de eerste inbedrijfstelling schakelt de besturing auto-
matisch over op menu 1 (leermodus). Hier kan de aan-
drijving op de deur worden afgestemd.
4.4.2 Aandrijving aanleren
Om de aandrijving op de deur af te stemmen moet eerst
een zogenoemde leercyclus doorgevoerd worden. Daarbij
wordt de lengte van de af te leggen weg en de
noodzakelijke kracht voor het openen en sluiten
automatisch opgeslagen.
Bij oneffenheden in de vloer is het mogelijk de leercyclus
zonder de mechanische eindaanslag door te voeren. Na
verloop van de leercyclus moet de mechanische eindaan-
slag in elk geval ingesteld worden om de functie van de
mechanische optilbeveiliging te garanderen.
Aanleren van de eindposities (zie afbeelding 24)
(opgelet: de geleidingsslede moet ingeschakeld
zijn, zie afbeelding 22)
Breng indien nodig de besturing in leermodus door met
de PRG-toets menu 1 te kiezen. Op het display verschijnt
naast de „1“ een knipperende letter „L“.
Druk eerst op de „open“-toets () om de deur tot aan
de mechanische aanslag te brengen. Daarna drukt U op
de „dicht“-toets (). Na het bereiken van de eindpositie
„deur dicht“ volgt automatisch een volledige opening.
Minstens drie ononderbroken cycli doorvoeren.
Daarna is de aandrijving bedrijfsklaar.
4.4.3 Bediening na stroomonderbreking
Bij een stroomonderbreking blijven de opgeslagen deur-
gegevens behouden. Wel moet de deur eenmaal volledig
geopend worden (referentiecyclus) zodat een correcte
functie verzekerd wordt. Belangrijk hierbij is dat het riem-
slot in de geleidingsslede gekoppeld is. Is dit niet het
geval, dan loopt het riemslot in de aandrijfschijf en plaatst
de aandrijving daar een foutief referentiepunt. Indien dit
toch zou gebeuren, verplaatst U de aandrijving in sluit-
richting tot het riemslot in de geleidingsslede gekoppeld
wordt. Nadat U de aandrijving van het net gekoppeld
heeft, voert U een nieuwe referentiecyclus door. Het sluiten
van de deur na een spanningsuitval is uit veiligheidsover-
wegingen alleen in dodemansfunctie (aanhoudend in-
drukken van de toets) mogelijk.
4.4.4 Besturing opnieuw instellen
(originele posities)
Om de besturing terug in originele positie te plaatsen,
moet als volgt tewerk gegaan worden:
1. Stekker uit het stopcontact trekken
2. PRG-toets indrukken en ingedrukt houden
3. Stekker in het stopcontact steken
4. PRG-toets loslaten nadat „C“ in het display verschijnt
5. Aandrijving aanleren
5 Functiekeuze
5.1 Klantenmenu´s: menu 2 (aandrijvingsverlichting)
Na de keuze blijft het menu gedurende één seconde op het
display staan. Aansluitend verschijnt dan de betreffende
menuparameter. Deze parameter kan onmiddellijk met de
„open“ en „dicht“-toets geactiveerd of veranderd worden.
5.1.1 Aandrijvingsverlichting instellen (zie afbeelding 25)
Kies met de PRG-toets menu 2. Het knipperend getal
toont de instelling van de nachtverlichtingsduur van de
aandrijvingsverlichting.
Cijfer Aandrijving
0 Lamp uit
1 60 sec.
2 90 sec.
3 120 sec.
4 150 sec.
5 * 180 sec.
6 210 sec.
7 240 sec.
8 270 sec.
9 300 sec.
64
05.2004 TR10A011 RE