NLWW 5-7
Onverwachte resultaten
Tekst of afbeeldingen zijn weggevallen aan de randen van de
pagina
Controleer de instelling van de paginaoriëntatie.
Mogelijk is de onjuiste paginaoriëntatie geselecteerd voor het document dat u afdrukt.
Zie “De afdrukinstellingen wijzigen” voor aanwijzingen.
Controleer de marge-instellingen.
Controleer of de marge-instellingen van het document het afdrukgebied van uw printer
niet overschrijden. Zie “Minimale afdrukmarges”.
Controleer of de inhoud op de pagina past:
• Weggevallen inhoud bevindt zich wellicht buiten het afdrukgebied. Of de afmetingen
van het af te drukken document vallen buiten het formaat van het afdrukmateriaal in
de hoofdlade.
• Met de functie afdrukvoorbeeld kunt u het document controleren vóór het afdrukken.
Controleer of de huidige afmetingen van de afbeeldingen in het document (schaal)
binnen het afdrukgebied van de printer vallen.
• Als de lay-out van het af te drukken document op een papierformaat past dat door de
printer wordt ondersteund, plaats dan het juiste papierformaat in de printer. Zorg dat
u de juiste paginaoriëntatie selecteert.
• Sommige softwareprogramma’s zijn uitgerust met een functie waarmee u het
documentformaat kunt aanpassen aan het geselecteerde papierformaat.
Controleer of het papier juist is geladen.
Controleer of de breedte- en lengtegeleiders goed tegen de linkerzijde en onderkant van
het papier zijn geplaatst. Controleer tevens of de juiste paginaoriëntatie is geselecteerd.
Zie “Papier laden” en “De afdrukinstellingen wijzigen” voor meer informatie.
Wanneer geen van bovengenoemde oplossingen helpt, wordt het probleem waarschijnlijk
veroorzaakt door een conflict met het softwarepakket dat u gebruikt.
Raadpleeg het leesmij-bestand op de Starter-CD voor informatie over bekende
softwareconflicten. U kunt ook de handleiding van uw softwareprogramma raadplegen
of contact opnemen met de softwarefabrikant voor nadere hulp bij dit probleem.
Tekst of afbeeldingen zijn verkeerd geplaatst
Controleer het papierformaat en de ingestelde paginaoriëntatie.
Controleer of het geselecteerde papierformaat en de paginaoriëntatie in het
softwareprogramma overeenkomen met de instellingen in het printerstuurprogramma.
Controleer of het papier juist is geladen
Wanneer alles op de pagina scheef of gekanteld is, controleer dan of de breedte- en
lengtegeleiders goed tegen de linkerzijde en onderkant van het papier zijn geplaatst
en of er niet meer dan 150 vellen papier in de hoofdlade zijn geplaatst.
Controleer de marge-instellingen.
Als de tekst of de afbeeldingen aan de randen van de pagina zijn wegvallen, controleer
dan of de marges van het document niet buiten het afdrukgebied van de printer vallen.
Zie “Minimale afdrukmarges” voor meer informatie.