Inrijden
Tijdens de eerste 1000km mag men niet harder rijden dan 80% van de toegelaten maximum snelheid
vermijdt om de gashendel volledig te openen en om een constante snelheid aan te houden. Na de
eerste 1000 km voert men de snelheid geleidelijk op, tot men de maximale snelheid bereikt.
Starten van de motor
Het voertuig is uitgerust met een automatische transmissie met directe aandrijving, en de start wordt
uitgevoerd met het handvat van het gascommando lichtjes open; geef geleidelijk gas om weg te
rijden.
Het voertuig is voorzien van een benzinekraan en een startmechanisme, die automatisch in werking
treden zodra de motor wordt gestart.
Om de start uit te voeren, doet men het volgende:
• Hou het handvat van het gascommando lichtjes open.
• Plaats de sleutel in de schakelaar en draai in positie –ON-. Wanneer men de sleutel in positie
–ON- draait, zal de controlelamp van de brandstofreserve voor enkele seconden oplichten,
wat de correcte werking van de lamp aangeeft.
• Druk op de startknop, nadat men aan hendel (links) van de achterrem of aan hendel (rechts)
van de voorrem heeft getrokken.
Voer deze handelingen niet uit in een gesloten ruimte,
omdat de uitlaatgassen giftig zijn!!
Plaatje
Elke forcering kan ernstige schade aan de motor veroorzaken.
Plaatje
Omdat de carburateur uitgerust is met een acceleratiepomp, raadt men aan om niet te volharden
wanneer de motor uitstaat, om vooral bij warme klimaten het verzuipen van het voertuig te
vermijden.
Stoppen van de Buddy of SOLO
Geef geen gas, en draai vervolgens de sleutel in positie –OFF-, motor af zetten (sleutel uitneembaar)
Afremmen met een Buddy of SOLO
Om veilig en effectief af te remmen dient u ongeveer 90% van de totale remkracht uit uw voorrem
(rechts) te halen. Training of opleiding wordt sterk geadviseerd. Dergelijke training kunt u bij INCA
TECHNIEK aanvragen.
Training of rijopleiding voor driewielscooters is voor uw eigen veiligheid en wordt
sterk geadviseerd.