DELTA
nl - 4 NEDERLANDS
2 Ophanging en aansluiten.
Algemeen:
Houdt rekening met de ter plaatse geldende
installatievoorschriften van o.a. het elektrici-
teits en waterleidingbedrijf.
2.1 Ophanging verticale uitvoering
(fig. 1):
Bepaal aan de hand van de boilerafmetingen
(zie maatschets) de plaats van de boiler aan
de muur.
Houdt daarbij rekening met de volgende
punten:
a. Het draagvermogen van de wand t.o.v.
het gewicht van de boiler met inhoud.
b. De minimale afstand van de ophang-
beugel tot plafond = 130 mm
c. De minimale afstand onderzijde boiler
tot de vloer = 450 mm
Bevestig de ophangbeugel op de vooraf
bepaalde plaats. Gebruik hiervoor twee hout-
draadbouten (Ø 10 mm en 60 mm lang) of 2
keilbouten M10.
Eventueel kan een derde houtdraad- of
keilbout worden geplaatst (verplicht bij een
inhoud groter dan 80 liter).
Door verdraaien van de kunststof schijven kan
de ophangbeugel horizontaal en verticaal ca.
2 cm worden gesteld.
Schroef de bouten met kunststof kartelknop
in de steunbeugel. Hang vervolgens de boiler
aan de ophangbeugel en stel met behulp van
deze bouten de boiler verticaal.
2.2 Ophanging horizontale uitvoering
(fig. 2):
Bepaal aan de hand van de boilerafmetingen
(zie maatschets) de plaats van de boiler aan
de muur*, het plafond* of de vloer*.
Bevestig de boiler met 4 houtdraadbouten
(Ø 10 mm en 60 mm lang) of 4 keilbouten M10.
* afhankelijk van de gekozen uitvoering.
2.3 Installatie:
Spoel alvorens de appendages aan te sluiten
eerst de leidingen goed door. Schroef de
inlaatcombinatie rechts onderaan de boiler.
Kies een inlaatcombinatie met een zo laag
mogelijke ontlastdruk (8 of 7 Bar) maar zorg
er wel voor dat de sluitdruk (minimaal 7, 2
resp. 6,3 Bar) altijd hoger is dan de water-
leidingdruk. Plaats in geval van een hogere
waterleidingdruk een reduceerventiel.
Bij elke verwarming van water in de boiler,
ontlast het expanderend water via de inlaat-
combinatie (max. 1/30 deel van de inhoud).
Zorg voor afvoer van het expansiewater van
de inlaatcombinatie via een afvoerbuis naar
bad of gootsteen, of met behulp van een sifon
direct op de riolering.
Verbind de koudwaterleiding met de inlaat-
combinatie en de heetwateraansluiting met
de warmwaterafvoer links onderaan de boiler.
Gebruik hiervoor de bijgeleverde knelringen
met wartelmoeren, beide geschikt voor dia-
meter 15 x 1 koperen buis. Als alternatief kun-
nen de buizen ook met soldeerkoppeling 1/2"
en vlakke afdichtring worden aangesloten.
Open de hoofdkraan, de stopkraan van de
inlaatcombinatie en een warmwaterkraan.
De boiler is gevuld wanneer er water uit de
warmwaterkraan stroomt. Laat het water
enige tijd doorstromen en controleer de in-
stallatie op lekken.
Het druppelen van het expansie-
water uit de ontlastklep mag nooit
worden verhinderd. Als het drup-
pelen wordt verhinderd, kan er on-
toelaatbare drukopbouw in de boiler
plaats vinden.
2.4 Elektrische aansluiting:
Verwijder de afsluitkap van de boiler waarbij
eerst de thermostaatknop dient te worden
verwijderd door deze los te trekken.
De boilers zijn geschikt voor nachtstroom
aanwarming volgens schema 1. De fase wordt
aangesloten op L
d
en de nul op N.
Het installatieschema aan de aansluitzijde
kan een nachtstroomrelais bevatten van de
elektriciteitsmaatschappij, maar kan ook
direct op dagstroom worden aangesloten
(zie schema 2).