Trainings- en bedieningshandleiding
48
NL
Met borstgordel
De geïntegreerde polsslagontvanger is compatibel met ongeco-
deerde POLAR borstgordelzenders. Bij gecodeerde systemen
kunnen foutieve polsslagwaardes getoond worden. Wij advise-
ren de T34 van POLAR. Zie hiervoor de handleiding die bij de
borstgordel geleverd wordt.
Een insteekontvanger is niet nodig en mag om technische
redenen ook niet gebruikt worden.
Opmerking:
Er is slechts één manier van polsslagmeting mogelijk: of met
oorclip of met handsensoren of met de borstgordel. Bevindt zich
géén oorclip in de polsslagbus, zijn de handsensoren actief.
Wordt een oorclip in de polsslagbus gestoken, worden de hand-
sensoren automatisch uitgeschakeld. Het is niet noodzakelijk om
de stekker van de handsensoren eruit te trekken.
Computerstoringen
Als het display van de computer niet correct functioneert, a.u.b.
de stroomverzorging loskoppelen en het apparaat opnieuw
aansluiten.
Algemene aanwijzingen
Systeemgeluiden
Inschakelen
Bij het inschakelen tijdens de segmenttest wordt een geluid
weergegeven.
Programmeringen
Bij het bereiken van een programmering bij tijd, afstand en
Kjoule/kcal is een kort geluid hoorbaar.
Overschrijding maximale polsslag
Als de maximale polsslag met één polsslag wordt overschreden,
zijn 2 korte tonen hoorbaar.
Conditiecijferberekening
De computer berekend en geeft een waarde aan het verschil
tussen belastingspolsslag en herstelpolsslag en uwe hieruit
resulterend "conditiecijfer" volgens onderstaande formule:
P1 = belastingpolsslag P2 = herstelpolsslag
Cijfer 1 = uitstekend Cijfer 6 = onvoldoende
De vergelijking van belasting- en herstelpolsslag is een eenvou-
dige en snelle mogelijkheid de lichamelijke conditie te controle-
ren. Het conditiecijfer is een oriënteringswaarde voor uw her-
stelcapaciteit na lichamelijke belastingen. Voordat u de herstel-
polsslagtoets indrukt en uw conditiecijfer opvraagt, dient u een
langere tijd, d.w.z. minstens 10 minuten, in uw belastingbereik
te trainen. Bij regelmatige conditietraining zult u constateren dat
uw "conditiecijfer" beter wordt.
Mogelijkheden voor polsslagmeting
De polsslagberekening begint als het hart in de display syn-
chroon met uw polsslag knippert.
Met handsensoren
Een door de contractie van het hart opgewekte kleine spanning
wordt door de handsensoren gemeten en door de computer van
een waarde voorzien.
• Pak de contactvlakken altijd met beide handen vast.
• Vermijd rukachtig vastpakken.
• Houd de handen rustig en vermijd contracties en wrijven
over de contactvlakken.
Met oorclip
De polsslagsensor werkt met infraroodlicht en meet de wijzi-
gingen in de lichtdoorlatendheid van uw huid, die door uw
polsslag opgewekt wordt. Wrijf 10 keer krachtig over uw
oorlelletje eer u de sensor aan uw oorlelletje klemt. Vermijd
stoorimpulsen.
• Bevestig de oorclip zorgvuldig aan uw oorlelletje en zoek het
beste punt voor de meting (hartsymbool knippert zonder
onderbreking).
• Train niet direct onder een sterke lichtbron zoals bijv. neon-
licht, halogeenlicht, spotjes en zonlicht.
• Sluit schudden en wakkelen van de oorsensor incl. kabel vol-
ledig uit. Bevestig de kabel met de klemmetjes aan uw kle-
ding of beter nog aan een hoofdband.
Cijfer (F) = 6 –
(
10 x (P1 – P2)
)
2
P1
✓
✓
optioneel
✓
optioneel
optioneel
Voor uw veiligheid
Raadpleeg alvorens met de training te beginnen uw huis-
arts en vraag of de training met dit apparaat voor u
geschikt is. Zijn diagnose is belangrijk voor het bepalen
van de intensiviteit van uw training. Een verkeerd uitgevo-
erde of te intensieve training kan uw gezondheid negatief
beïnvloeden