RECOVERY – functie
Herstelpolsmeting
Bij trainingseinde “RECOVERY” indrukken.
De elektronica meet 60 seconden terugtellend uw
polsslag.
Drukt u op “RECOVERY”, wordt onder “RPM” de
actuele polsslagwaarde opgeslagen; onder
“SPEED” wordt de polsslagwaarde na 60 seconden
opgeslagen. Onder “Power” wordt het verschil
tussen beide waardes getoond. Daaruit wordt een
conditiecijfer (bijvoorbeeld F 1.1) berekend. De
weergave stopt na 20 seconden.
“RECOVERY” of “RESET” onderbreekt de functie.
Wordt aan het begin of einde van de teruglopende
tijd geen polsslag gemeten, verschijnt er een
foutmelding.
Trainings- en bedieningshandleiding
58
NL