Het is verstandig om van te voren een platte-
grond van uw huis of kantoor te maken.
Op deze plattegrond kunt u aangeven waar de
ISDN-apparaten en de ISDN-kabels moeten
komen. Reken bij het afmeten van de kabels
aan beide uiteinden altijd 20 cm extra.
Korte S-bus
Het ene uiteinde van de ISDN-bekabeling
wordt gevormd door de NT1 en het andere
uiteinde door een ISDN-wandcontactdoos met
afsluitplug.
Vanuit de NT1 loopt één kabel met wandcon-
tactdozen door het huis. De maximale lengte
van de ISDN-bekabeling is 150 m.
Op de ISDN-bekabeling mag u maximaal 12
ISDN-wandcontactdozen aansluiten. Op deze
ISDN-wandcontactdozen mag u maximaal 8
ISDN-apparaten aansluiten, waarvan
maximaal 4 apparaten zonder eigen stroom-
voorziening (zie ook paragraaf 1.2). De toestel-
aansluitsnoeren mogen maximaal 10 m lang
zijn. Op het tweede en derde aansluitpunt van
de NT1 kunt u 2 van de 8 ISDN-apparaten
aansluiten, elk met een toestelaansluitsnoer
van maximaal 10 m.
Afbeelding 7: ISDN-bekabeling van het type korte S-bus.